De familie Adams uit het Vlaamse Hoogstraten werd in 2015 bekroond met het Laureaat van Beste Melk van Vlaanderen aangezien ze in acht jaar tijd maar liefst zeven keer dit kwaliteitscertificaat van het Melkcontrolecentrum Vlaanderen (MCC) won. De werkzaamheden op het bedrijf doen ze hier bewust deels zelf en de rest besteden ze uit aan […]
De familie Adams uit het Vlaamse Hoogstraten werd in 2015 bekroond met het Laureaat van Beste Melk van Vlaanderen aangezien ze in acht jaar tijd maar liefst zeven keer dit kwaliteitscertificaat van het Melkcontrolecentrum Vlaanderen (MCC) won. De werkzaamheden op het bedrijf doen ze hier bewust deels zelf en de rest besteden ze uit aan twee loonwerkers.
De overgrootvader had een gesloten varkensbedrijf en teelde tevens augurken. Hij zat al aan de Achtelsestraat in Hoogstraten, waar het familiebedrijf nog steeds zit. Vader Danny begon in 1991 met 250 zeugen en twintig stuks melkvee. Danny: ‘Het melkvee stond in die jaren nog in een zogeheten aanbindstal. In 1993 groeiden wij al naar veertig stuks melkvee en evenveel jongvee.’ Daarna was het eigenlijk de regelgeving die de familie in de melkveehouderij deed rollen. Ze wilde in die jaren namelijk uitbreiden in de varkens, maar kon daar geen milieuvergunning voor krijgen. Dus dan ga je uiteraard automatisch je andere tak vergroten, het melkvee. Ze hielden de zeugen aan tot 2004. Met het melkvee werd vanaf de jaren negentig langzaamaan uitgebreid tot ongeveer 65 stuks met een bijhorend quotum van 540.000 liter. Nadat de zeugen weggingen, werd het quotum nog eens uitgebreid met 80.000 liter en het melkvee tot 70 stuks. De vleesvarkens hielden ze hier wel aan en dat aantal zit nu op 950.
Bjorn Adams wilde van kinds af aan al melkveehouder worden. Hij volgde eerst twee jaar de opleiding Bouwhoutwerker aan het Vito in Hoogstraten. ‘Het is wel een nadeel van deze land- en
tuinbouwopleiding, die is de eerste twee jaar weinig agrarisch gericht’, aldus Bjorn. Daarna volgde hij vier jaar aan het Pito in Stabroek. Ten slotte deed hij de eenjarige agrarische hbo-opleiding in het Nederlandse Horst. Bjorn: ‘Daar heb ik echt koeienboer leren worden.’ Vanaf het moment dat hij van het Pito kwam, ging hij meteen bij diverse melkveehouders als zelfstandige onderaannemer werken. Hij voerde en molk daar de koeien. Daarnaast werkte hij ook nog bij Metrans Vermeiren loonwerk & compostering in Hoogstraten. Bij de loonwerker werkt hij nog steeds, evenals sinds 2013 thuis op het bedrijf. Bjorn: ‘Het werk bij Vermeiren kun je trouwens haast geen werken noemen, omdat ik het zo enorm leuk vind.’ Ook is de jonge melkveehouder lid van Groene Kring, de vereniging voor jonge land- en tuinbouwers in Vlaanderen.
In 2018 ging Bjorn samen met zijn ouders in een vennootschap. Direct werd ook een vergunning aangevraagd voor twee sleufsilo’s en een verlenging van de ligboxenstal tot 160 plaatsen. Ook werden stikstofemissierechten aangekocht. Eind 2018 kon met de verlenging van de bestaande ligboxenstal worden begonnen. In maart 2019 was dit werk klaar en in het voorjaar van 2019 werd aansluitend de jongveestal gerenoveerd. Bjorn: ‘Om voldoende vee te hebben, hebben wij toen zestig vaarzen aangekocht uit België en Duitsland. Uit Nederland is dit wat lastiger in verband met de sanitaire regels. In ons eigen land en in Duitsland worden de dieren beter getest op de diverse ziektes.’ De kruising bestond tot de uitbreiding uit zuiver zwartbont Holstein, maar bij de aangekochte vaarzen zaten enkele roodbonte dieren, dus het is nu wat gemengder.
Een heel bijzonder moment voor de familie vond plaats in 2015. Ze werd bekroond met het Laureaat van Beste Melk van Vlaanderen aangezien ze in acht jaar tijd maar liefst zeven keer dit kwaliteitscertificaat van het Melkcontrolecentrum Vlaanderen (MCC) won. Deze uitzonderlijke melkkwaliteit wordt onder meer bereikt door een rustige opstart van de nieuwe koeien en precies werken. Om haar koeien gezond te houden voert de familie lactatiemineralen en ruwvoeder van goede kwaliteit zonder broei of schimmel. Verder zorgt ze voor een goed uitgebalanceerd rantsoen dat uitgerekend is door een onafhankelijke voedervoorlichter. Verder werkt de familie zeer nauwkeurig en ze houdt alles zeer proper, zowel tijdens het melken als in de ligboxenstal zelf. Die aanpak zorgt ervoor dat er geen remstoffen in de melk zitten en de melk een celgetal van onder de 150 heeft. Verder heeft ze een kiemgetal onder de 10 en ook een E. coligetal onder de 10. Dit betekent dus ook op het juiste moment melken. Bovendien laten ze hier ook bacteriologisch onderzoek doen bij probleemkoeien, die dan vervolgens speciaal behandeld worden. De koeien worden standaard gedipt na het melken.
De familie is er zeker nog trots op dat ze in 2015 het Laureaat gewonnen heeft. Bjorn: ‘Maar je wint er uiteindelijk niets mee. Ook geen hogere melkprijs of zo. Het is meer om melk als product te promoten en voor het goede imago van de Belgische melkveesector. Over het algemeen zitten we met onze melkkwaliteit ieder jaar wel zo’n beetje op dit niveau, maar soms lukt het toch net niet om deze uitmuntende getallen te behalen.’ De melkveehouders werken met een 2 x 8 visgraatmelkstal van Westfalia (inmiddels GEA) uit 2007. In twee uur tijd zijn de 150 stuks melkvee gemolken. Bjorn en vader Danny hebben al wel over een melkrobot nagedacht, maar voorlopig beginnen ze er niet aan. Bjorn: ‘Groot voordeel van een melkput is dat je ze tweemaal daags ook goed gezien en gecontroleerd hebt, zowel de koe als de uier.’ De ligboxenstal is vrij basic qua uitvoering, alleen op de koematrassen hebben ze niet bezuinigd: ligcomfort mag iets kosten
In totaal heeft de familie 30 hectare weiland, 20 hectare grasland, 8 hectare maisland en 2 hectare luzerne. Perspulp en bierdraf worden aangekocht. Alles wordt gehakseld en ingekuild. Het productieve melkvee krijg 7,5 kilogram krachtvoer per dag. Het maaien van het gras gebeurt met een Kuhn-maaier. Ook het schudden en harken van het gras doen de melkveehouders zelf, met Claas-machines. Ze hebben drie tractoren: een Case 845, een Case MX120 en een Fendt 514 Vario. Tot 2019 hadden ze alleen Case-tractoren, maar omdat hun loonwerker Vermeiren ook met Fendt werkt, kozen ze voor dat merk. De Case MX120 staat standaard voor de Peecon Biga mengvoerwagen. Vermeiren doet voor de familie vooral het mest afvoeren en het kraanwerk en dergelijke, maar het meeste loonwerk verzorgt loonbedrijf Bart Sprangers. Dat komt bijvoorbeeld mest injecteren en gras en mais hakselen. Ploegen doet de familie zelf met een vierscharige Kverneland-ploeg. De meststoffenstrooier is van Amazone.
De toekomst ziet de jonge Bjorn rooskleurig in. Hij hoopt wel dat er meer grond vrijkomt in de regio voor de landbouw: ‘Het zou goed zijn als met name de Vlaamse overheid het makkelijk maakt voor ons als jonge landbouwers om de grond van stoppende boeren te kunnen overnemen. Zodoende kun je als jonge melkveehouder ook met zowat 150 tot 200 stuks melkvee een goed inkomen behalen.’ Verder is het volgens Bjorn heel belangrijk dat melkveehouders een goede prijs voor hun melk krijgen en dat de kostprijs niet verder stijgt.
De familie is ook politiek actief. Vader Danny is onder meer achttien jaar lang gemeenteraadslid geweest. Nu is Danny inmiddels al twee jaar bestuurslid van het OCMW. Danny: ‘Dat is inderdaad totaal iets anders dan de landbouwsector, maar je hebt je dan wel geëngageerd voor de plaatselijke bevolking.’ Bjorn wil zich de komende tijd vooral richten op het eigen bedrijf. Zo denkt hij na over de mogelijkheid van melkverkoop op de boerderij. ‘Dus meer melk van thuis uit verkopen en zodoende een meerwaarde creëren. In welk vorm wij dat precies gaan gieten, dat weet ik nog niet.’ Verder willen zowel vader als zoon het rustig aan doen en eerst maar eens de uitbreiding van de stal terugverdienen.