Het recente opiniestuk over het decreet inzake ammoniakreducerende maatregelen bevat een aantal onjuistheden waar wij graag op reageren. Het is een manifeste onwaarheid om te stellen dat er onverschilligheid heerst ten aanzien van het water- en energieverbruik van AEA-technieken. De technieken worden juist beoordeeld op hun totaalimpact door het WecomV, het wetenschappelijke comité dat de […]
Het recente opiniestuk over het decreet inzake ammoniakreducerende maatregelen bevat een aantal onjuistheden waar wij graag op reageren. Het is een manifeste onwaarheid om te stellen dat er onverschilligheid heerst ten aanzien van het water- en energieverbruik van AEA-technieken. De technieken worden juist beoordeeld op hun totaalimpact door het WecomV, het wetenschappelijke comité dat de technieken die in de landbouwsector mogen toegepast worden grondig op voorhand beoordeeld waarbij niet alleen gekeken wordt naar het reducerend vermogen, maar ook naar aspecten als water- en energieverbruik en dierenwelzijn. Het totaalplaatje wordt wel degelijk bekeken.
Bovendien is het logisch dat de focus van dit voorstel ligt op de eindreductie. We moeten niet vergeten dat het hier gaat om het reduceren van ammoniak die vrijkomt in stallen, het gaat hier niet over een algemeen decreet voor een nieuwe eiwitstrategie.
Daarnaast wordt de wetenschappelijke kennis rond ammoniak voortdurend bijgewerkt. Bestaande technologieën worden geoptimaliseerd, zoals recentelijk nog aangetoond door onderzoek van de KU Leuven naar een luchtwasser met plasmareactor. De volgende stap is het uitrollen van die technieken. Het bieden van rechtszekerheid aan ondernemers die nu investeren in broodnodige reducties is cruciaal om de ambitieuze doelen te bereiken. De discussies moeten plaatsmaken voor concrete actie als we echt vooruitgang willen boeken.
Het is waar dat er tijdens controles die dateren van 2020 problemen zijn geweest met luchtwassers. In 2022 werd door de Vlaamse Regering beslist om de bestaande en nieuwe luchtwassers continu te monitoren. Het is te simplistisch om de technieken als duur en inefficiënt weg te zetten. Recente initiatieven vanuit de Europese Commissie voor de erkenning van Renure (dit is kunstmest gemaakt uit dierlijke mest) tonen aan dat er nog grote milieuwinsten te boeken zijn. De erkenning van Renure draagt net bij aan een circulaire landbouwpraktijk, waarbij onze landbouwers minder afhankelijk worden van kunstmest (op basis van aardgas).
Zo zijn er stikstofreducerende stalsystemen die restproducten creëren om in te zetten als kunstmestvervanger. Ze zetten in op een optimaal stalklimaat door ammoniak niet de kans te geven zich te vormen. Bovendien gaat dankzij zulke technieken de waardevolle stikstof niet verloren maar kan een landbouwer deze efficiënt recupereren voor zijn gewassen. Dit draagt niet alleen bij aan een duurzame landbouw, maar leidt ook tot minder afhankelijkheid van externe inputs.
Uiteraard vergen deze maatregelen investeringen, maar er zijn ook technieken met terugverdieneffecten door besparing van kunstmest. We moeten landbouwers zelf de keuze voor een techniek laten maken. Het idee van een lock-in suggereert dat boeren geen langetermijnplanning mogen maken, terwijl er juist een stabiel kader nodig is om hen in staat te stellen keuzes te maken en onze voedselzekerheid ook in de toekomst te garanderen. AEA-technieken zijn hier een tool in hun gereedschapskist, essentieel om hun circulariteit te bevorderen en de afhankelijkheid van externe inputs te verminderen.
Jaren geleden hebben we ingezet op windmolens voor de kust waardoor Belgische bedrijven nu wereldspelers zijn bij de realisatie van offshore windprojecten. Laat ons vandaag met AEA-technieken en een proefstalregeling de complexe uitdagingen op het gebied van voedselproductie en milieu in een vruchtbaar maar dichtbevolkt gebied aangaan. Het overwinnen van deze uitdagingen leidt ons naar duurzame technieken die wereldwijd navolging vinden en ons helpen klimaatdoelstellingen te halen.
Over Fedagrim
Als federatie van toeleveranciers van machines, gebouwen, uitrustingen en aanverwante diensten voor de landbouw en voor de groenvoorzieningen vertegenwoordigen we de belangen van zowel de fabrikanten, nationale invoerders en regionale invoerders van tractoren, landbouwmachines en tuin-, park- en bosmateriaal als de stallenbouwers en stalinrichters in België.
Fedagrim vertegenwoordigt 151 leden, 7500 werknemers en 5 miljard euro omzet in de Belgische economie.
Fedagrim is eveneens organisator van de beurzen Agribex, Demo Groen en Potato Europe