De ‘Ferme de la Vacheresse’, op een boogscheut van het Waalse Huy, is hoofdzakelijk op melkveehouderij gericht. De topografie van de regio en de geografische ligging van het bedrijf laten weinig anders toe. De familie Vandaele is al bijna 70 jaar gevestigd in Ben-Ahin en trekt volledig de kaart van de korte keten. In de […]
De ‘Ferme de la Vacheresse’, op een boogscheut van het Waalse Huy, is hoofdzakelijk op melkveehouderij gericht. De topografie van de regio en de geografische ligging van het bedrijf laten weinig anders toe. De familie Vandaele is al bijna 70 jaar gevestigd in Ben-Ahin en trekt volledig de kaart van de korte keten.
In de jaren vijftig verlaten Jacques Vandaele en zijn echtgenote Watervliet de kust om zich te vestigen in de Condroz, niet zo ver van Haspengouw. In die tijd was melk de hoofdactiviteit van de boerderij. Een deel van de melkproductie van de twintig koeien werd toen al omgezet in boter. In 1980 nam Marc, een van de vijf kinderen van het echtpaar, het bedrijf over dat ondertussen al aanzienlijk was uitgebreid. Jenny, de echtgenote van Marc, bleef vrij vlug thuis om haar man voltijds te kunnen helpen. In het begin van de jaren 2000 besloot het echtpaar om in te zetten op een grotere diversiteit aan producten: naast boter worden ook verse kaas met of zonder kruiden, yoghurt, room en dergelijke in de thuiswinkel aangeboden. In 2010 volgde Arnaud zijn vader Marc op, na zijn studies landbouwtechniek en -management in Huy. Momenteel wordt jaarlijks circa 800.000 liter melk aan een zuivelfabriek geleverd en daarnaast nog circa 150.000 liter op het bedrijf zelf verwerkt.
Vandaag telt het bedrijf 260 stuks vee, waarvan een 110-tal melkkoeien en 40 Witblauw-koeien die hoofdzakelijk afgemest worden. Alle melkkoeien zijn van het type Holstein, een ras dat de familie bijzonder waardeert en goed in de hand heeft. Zeker op vlak van voortplanting hoort dit ras bij de beste. Arnaud vervolgt: ‘Wat de keuze van dekstieren aangaat, gaat onze aandacht voornamelijk naar een goede melkproductie, een goede opbouw, dieren met goede motorische vaardigheden en tenslotte een goedgevormde uier. We werken uitsluitend met Holsteins, maar mocht ik ooit voor een kruising met een ander ras kiezen, dan zou ik inzetten op melk van een betere kwaliteit. Met betere kwaliteit bedoel ik melk met betere voedingseigenschappen, onder meer voor de verdere verwerking.’ Arnaud onderstreept ook dat hij bijna geen kalveren of vaarzen bij collega’s koopt om de risico’s op ziektes of inteelt zoveel mogelijk te beperken.
Werken in familieverband is niet altijd eenvoudig. Bij de familie Vandaele zijn ze erin geslaagd om de taken zo goed mogelijk te verdelen in functie van de troeven en verwachtingen van elk familielid. Arnaud vervolgt: ‘Mijn moeder is graag in contact met mensen en is dus verantwoordelijk voor de winkel op de boerderij. Daarnaast verzorgt ze de kalveren en beheert ze alle processen van de melkverwerking. Mijn vader is voornamelijk bezig met het voederen en verzorgen van de veestapel op beide boerderijen. Mijn broer Gilles baat immers zijn eigen boerderij uit, een paar straten verder. Ik hou me voornamelijk bezig met het melken op zich, het beheer van de teelten – zowel in de praktijk als voor het administratief gedeelte – en de handel in dieren en de levering ervan. Mijn zus Sophie en mijn andere broer Quentin werken beiden buitenshuis, maar zijn ook echt geboeid door veeteelt en alles wat met landbouw te maken heeft.’
Omdat de boerderij op een boogscheut van een stad gevestigd is, wordt de nadruk gelegd op korte keten en kwaliteitsvolle producten. Arnaud: ‘Eigenlijk hebben we voornamelijk drie soorten klanten. Om te beginnen particulieren die graag eens op de boerderij komen kijken en die naast zuivelproducten bijvoorbeeld ook eieren, aardappelen of honing afkomstig van andere producenten bij ons komen kopen. Daarnaast verkopen we ook verse kaas, yoghurt, boter en dergelijke aan professionele verkopers zoals plaatselijke supermarkten, gespecialiseerde verkooppunten enzovoort. Tenslotte leveren we ook aan bakkerijen. Doorheen de jaren hebben we ons productaanbod verder aangevuld met rijstpap, vla en andere specifieke producten voor deze doelgroep.’
Om heel het jaar door kwaliteitsvolle melk te kunnen produceren zet Arnaud volop in op zelfgeproduceerde ruwvoeders en wordt het aandeel voedingsmiddelen dat buitenshuis aangekocht wordt zoveel mogelijk beperkt. Arnaud vervolgt: ‘Het rantsoen bestaat uit gras, maïs, perspulp, granen en oliehoudende producten. We zijn uitgerust met een computer om krachtvoeder automatisch toe te dienen volgens de melkproductie, maar we gebruiken zo min mogelijk aangekochte krachtvoeders. We beseffen ook dat grondstoffen zoals soja, omwille van het ggo-verhaal, niet echt gewaardeerd worden bij onze klanten. We wensen dus het gebruik van soja zoveel mogelijk te beperken en zijn op zoek naar lokale alternatieven om voldoende eiwit te kunnen bieden binnen het rantsoen. Eenvoudig is het echter niet. Als we gras maaien hebben we veel aandacht voor jong, groen gras dat een groter aandeel verteerbaar zetmeel bevat, en dat ook zoveel mogelijk energie in het rantsoen kan brengen. Verder kopen we perspulp en die vullen we daarnaast nog aan met zowat 150 voordroogbalen omdat het bedrijf niet zelfvoorzienend is op vlak van ruwvoeders. Omdat we niet over voldoende stro beschikken, kopen we stro bij collega- akkerbouwers en meestal brengen we hen dan vaste mest in de plaats terug.’
‘De stal voor de melkkoeien is wel op roosters gebouwd en de meeste koeien kunnen iedere dag dagelijks op de omliggende weides. Ongeveer een derde van de koeien blijft binnen: zowel de koeien aan het begin van hun lactatie, die wat extra aandacht vergen, als de koeien die verzorging nodig hebben of op een inseminatie wachten, zodat we ze eenvoudiger kunnen volgen.’
De boerderij is omgeven door uitgestrekte weilanden. Bijna 40 hectare weides ligt in de nabije omgeving van het bedrijf en nog eens 20 hectare bevindt zich wat verder. De meeste weides worden begraasd en een deel wordt ook op regelmatige tijdstippen gemaaid. De familie Vandaele teelt daarnaast zowat 20 hectare maïs, aangevuld met bieten en granen. Arnaud legt ons uit: ‘Een deel van de veldwerkzaamheden wordt uitbesteed aan loonwerkers. Dat is bijvoorbeeld het geval voor het zaaien en rooien van bieten, maar ook voor het dorsen of het hakselen van de ruwvoeders. Ik heb zelf weinig tijd om me met dat soort zaken bezig te houden. Bovendien zouden we dan moeten investeren in machines die we moeilijk kunnen afschrijven. We hebben immers al werk genoeg om melk te verwerken, onze veestapel op te volgen … Loonwerk brengt ons ook rust en zekerheid en dat is ook veel waard!’
De meeste tractoren en machines van de boerderij worden gedeeld met zijn broer Gilles. ‘We hebben drie John Deeres, van verschillende pk-klasses, en elke trekker is voor een aantal specifieke taken gekozen. De 6150M is uitgerust met een frontlader en voert iets zwaardere werken uit, zoals het ploegen, het openspreiden van drijfmest met een 10.000l-drijfmesttank of het aanrijden van de silo’s. Onze 6530 wordt voornamelijk gebruikt voor de voedermengwagen, een Belair van 16 m3, maar ook om te spuiten en voor hooibouwwerkzaamheden. De 6420, die ook uitgerust is met een frontlader, wordt voornamelijk gebruikt met de Kuhn-stroblazer en voor het zaaien. Daarnaast hebben we nog een oudere New Holland L85 die nog dienstdoet voor lichtere werkzaamheden zoals het schudden van gras.’
Enkele machines zoals de spuitmachine en de stroblazer zijn serieus aan het verouderen, maar er is geen sprake van om nieuwe machines te kopen, omdat occasiemateriaal een betere investering lijkt voor Arnaud: ‘We kopen vooral occasiemachines bij collega’s die we kennen zodat we weten in welke staat de machines zich werkelijk bevinden en of ze deftig gebruikt en onderhouden zijn.’
Naast de vervanging van een aantal machines wil Arnaud blijven investeren in zijn bedrijf maar ook in diversificatie. Arnaud: ‘Ik heb een aantal projecten in gedachten. Ik zou graag nog wat bijbouwen zodat de koeien meer ruimte hebben, maar ook investeren om mijn dieren gemakkelijker te kunnen behandelen. Daarnaast zou ik ook graag de melkstal onder handen nemen. We melken dagelijks gedurende een aantal uren en ik merk dat het allemaal stukken efficiënter zou kunnen. Naast de dieren op zich is het ook uiterst belangrijk om te blijven investeren in de verwerking en de vermarkting van onze producten. Bestaande klantenrelaties onderhouden en nieuwe afzetkanalen gaan opzoeken is evenwel niet echt vanzelfsprekend voor mij.’
‘Tenslotte heb ik nog één project waar ik bijzonder fier op ben. We hebben een eigen wijngaard aangeplant en binnenkort zullen we dus ook onze eigen wijn gaan produceren! Het is een gezamenlijk project met een aantal collega-landbouwers en in het voorjaar hebben we onze eerste wijnstokken geplant. Het is een project op langere termijn en we moeten nog heel wat leren. We zijn evenwel goed omringd en ik heb er alle vertrouwen in … al zullen we nog heel wat geduld moeten hebben eer we onze eerste flessen kunnen kraken!’