In Jeneffe, een deelgemeente van Donceel in de buurt van Luik, baat Alexandre Lekane een gemengd bedrijf uit met de typische akkerbouwteelten uit de streek en een Witblauw-veestapel. Door de jaren heen werd de klassieke teeltrotatie van bieten, tarwe en gerst verder aangevuld met een aantal bijkomende teelten om de risico’s te spreiden en te […]
In Jeneffe, een deelgemeente van Donceel in de buurt van Luik, baat Alexandre Lekane een gemengd bedrijf uit met de typische akkerbouwteelten uit de streek en een Witblauw-veestapel. Door de jaren heen werd de klassieke teeltrotatie van bieten, tarwe en gerst verder aangevuld met een aantal bijkomende teelten om de risico’s te spreiden en te kunnen inspelen op de veranderende marktomstandigheden. Opmerkelijk is dat Alexandre Lekane dit jaar volledig stopt met de suikerbietenteelt. We spraken begin januari met hem af om meer te weten te komen over zijn kijk op een modern gemengd bedrijf en hoe hij soepel kan inspelen op snel wijzigende omstandigheden.
Alexandre Lekane is 39 en nam een eerste deel van het ouderlijke bedrijf over in 2005. Vijf jaar later, toen zijn vader met pensioen ging, nam hij de rest over. Als doorgedreven ondernemer probeert hij in te spelen op de veranderende marktomstandigheden en soms moeten dan ook drastische beslissingen genomen worden om de rendabiliteit van het bedrijf op peil te houden. Alexandre: ‘De vorige generatie heeft nog het geluk gehad om te kunnen boeren zonder zich al te veel vragen te stellen over de rendabiliteit of de toekomst. Ondertussen worden zelfs de belangrijke pijlers van een bedrijf in vraag gesteld en is het dikwijls koffiedik kijken om te weten wat de markt binnen pakweg 5 of 10 jaar zal vragen en dus hoe ons bedrijf er tegen dan zou moeten uitzien om rendabel te blijven. Om de risico’s te beperken gebruik ik mijn gezond boerenverstand en probeer ik ook de investeringen beperkt te houden.’
Zoals de meeste akkerbouwers uit de streek paste de vader van Alexandre Lekane een teeltrotatie over drie jaar toe, met bieten, tarwe en gerst. Beetje bij beetje evolueerde deze rotatie door onder meer de toenemende vraag van de groente-industrie. Alexandre vervolgt: ‘We zitten in een streek met vruchtbare gronden en talrijke mogelijkheden. Omdat de rendabiliteit van gerst onvoldoende was en deze teelt bovendien vrij fragiel is, zijn we ermee gestopt. Tarwe blijft dan wel een belangrijke teelt, In Jeneffe, een deelgemeente van Donceel in de buurt van Luik, baat Alexandre Lekane een gemengd bedrijf uit met de typische akkerbouwteelten uit de streek en een Witblauw-veestapel. Door de jaren heen werd de klassieke teeltrotatie van bieten, tarwe en gerst verder aangevuld met een aantal bijkomende teelten om de risico’s te spreiden en te kunnen inspelen op de veranderende marktomstandigheden. Opmerkelijk is dat Alexandre Lekane dit jaar volledig stopt met de suikerbietenteelt. We spraken begin januari met hem af om meer te weten te komen over zijn kijk op een modern gemengd bedrijf en hoe hij soepel kan inspelen op snel wijzigende omstandigheden. Tekst & foto’s: Christophe Daemen Akkerbouw Alexandre Lekane in Jeneffe mikt op beter in plaats van op meer ook op gebied van teeltafwisseling. Daarnaast telen we voortaan ook spelt. Het laat ons toe om de risico’s te spreiden, zeker bij de oogst. Als de verkoopprijs redelijk is, wordt de oogst verkocht en anders is spelt een welgekomen aanvulling bij het rantsoen van onze dieren.’
‘Verder telen we al jaren vlas en verhuren we jaarlijks ook een aantal hectare voor de aardappelteelt. Het is een extra opportuniteit en na de aardappelen kunnen we meestal in ideale omstandigheden tarwe inzaaien. Voor ons bedrijf zijn conserve-erwten ook een interessante teelt. De rendabiliteit op zich is redelijk en de erwten worden meestal begin juli geoogst. Daarna kunnen we een mengeling met raaigras en klaver inzaaien zodat we ruwvoeders kunnen produceren voor onze veestapel. Het valt zelden voor, maar als de bodemstructuur beschadigd zou geraken bij de oogst, dan is het tevens mogelijk om er hetzelfde jaar iets aan te doen. Als laatste troef wil ik nog de reststikstof vermelden, waardoor we minder meststoffen nodig hebben voor de volgende teelt. Verder telen we ook nog hakselmaïs voor onze runderen. Ik zaai meestal twee rassen in: eentje met een FAO van 190 om vroeg te kunnen hakselen en een kleine kuil te maken voor het late najaar, en eentje met een FAO van 240 voor de winterperiode.’
Verleden jaar nam Alexandre de drastische beslissing om geen suikerbieten meer te telen. Hij legt uit: ‘Het is altijd een belangrijke teelt geweest in onze streek, maar iedereen weet ondertussen dat de rendabiliteit van de suikerbieten serieus in het gedrang gekomen is. Daarnaast zorgt de problematiek rond neonicotinoïden voor heel wat bijkomende uitdagingen. Een ander argument is dat ik al heel wat werk heb met mijn veestapel en dat regelmatig spuiten voor suikerbieten ook bijkomende beperkingen inhoudt. Zeker omdat het voorjaar een bijzondere drukke periode is op ons bedrijf. Als laatste argument wil ik ook nog onderstrepen dat ik zwaar teleurgesteld ben in de houding van de suikerindustrie. Dat laatste zorgde ervoor dat ik de knoop uiteindelijk doorgehakt heb. Dit jaar zal de oppervlakte die voordien bestemd was voor suikerbieten worden herverdeeld tussen de andere voorjaarsteelten. Ik sluit niet uit ooit nog suikerbieten te telen, maar voor het ogenblik, en gezien de huidige omstandigheden, hoeft het niet meer voor mij.’
Bij zijn bedrijfsvoering besteedt Alexandre veel aandacht aan een beperking van de kosten. Alexandre: ‘We zijn niet overgemechaniseerd en ik heb weinig voeling met nieuwe technologische snufjes zoals rtk, plaatsspecifiek bemesten enzovoort. Ik kies wel voor degelijke en betrouwbare machines. De kleur heeft op zich weinig belang, maar service is niet meer weg te denken. Wat we zelf aankunnen, doen we uiteraard zelf. En verder doen we beroep op een loonwerker voor de graanoogst, het persen, het rooien, het hakselen en het zaaien van bieten en maïs. Voor de voorjaarsteelten worden alle percelen nog tijdens de winter geploegd. Het laat ons toe om tijd te winnen in het voorjaar, eens de werkomstandigheden goed zijn. Een deel van de tarwe wordt ploegloos gezaaid en we gebruiken hiervoor een balk voor de rotoreg. Zodra de omstandigheden minder gunstig zijn, haal ik de ploeg wel terug buiten. Spuit- en bemestingswerkzaamheden voeren we ook zelf uit. Bij het spuiten speelt het ideale tijdstip een belangrijke rol en dan vind ik het moeilijk om dit werk aan een loonwerker toe te vertrouwen. Soms zijn de omstandigheden maar een paar uur ideaal en juist dan moet er actie ondernomen worden.’
De veestapel bestaat voor 100% uit Witblauw, ingeschreven bij de Herd-Book. Alexandre: ‘Onze beesten werden al drie generaties lang zorgvuldig geselecteerd. Alle koeien worden voortaan geïnsemineerd en de jonge stieren worden vervolgens op ons bedrijf afgemest. De rendabiliteit is verre van optimaal en we hebben al betere tijden gekend. Maar het is een ware passie en een levenswerk, zeker door een doorgedreven selectie door de jaren heen. Om de beesten optimaal te kunnen opvolgen in het najaar probeer ik de veldwerkzaamheden op tijd af te krijgen zodat ik me volledig kan concentreren op het werk in de stallen. Al onze dieren staan op stro en we beschikken hierdoor over grote hoeveelheden stalmest om het humusgehalte van onze velden hoog te houden. Doordat we de ruwvoeders zelf produceren blijft de kwaliteit optimaal en blijven onze beesten gezond, maar groeien ze ook optimaal. De combinatie akkerbouw en veeteelt is niet altijd gemakkelijk en tijdens piekperiodes werken we lange dagen. Maar als je je werk met passie doet, neem je dat er graag bij!’
Verleden jaar bouwde Alexandre een splinternieuwe multifunctionele loods. Hij vervolgt: ‘Ik wou mijn machines efficiënter kunnen stallen, maar ook over voldoende ruimte beschikken om stro en andere producten te stockeren. Een deel van de buitenmuren van de loods is versterkt zodat we ook granen kunnen opslaan. Bovendien is alles voorzien om graan te kunnen ventileren en drogen. Ik ben van mening dat het ons toelaat om betere prijzen af te dwingen na de oogst, zeker als we in ruil ook veevoeders afnemen. Tot nu toe heb ik altijd vlas geteeld op de gangbare manier, maar ik speel ondertussen ook met de gedachte om vlas voor eigen rekening te telen en de oogst vervolgens in deze loods te stockeren. Deze manier van werken vergt de nodige aanpassingen, maar laat ook toe om waarschijnlijk iets extra’s te kunnen verdienen. De landbouwsector heeft al betere tijden gekend en dan is het wel belangrijk om de teelten maximaal te laten renderen. Ik overweeg ook al een tijdje om over te stappen naar gemengd voeren. Dankzij de nieuwe loods zou ik een aantal grondstoffen kunnen stockeren om deze vervolgens te mengen in het rantsoen en mijn beesten uiteindelijk goedkoper te kunnen voederen. Mogelijkheden genoeg dus.’
Hij besluit: ‘In de toekomst wil ik niet noodzakelijk groeien. Het zou natuurlijk wel mooi zijn, maar gezien de hoge grondprijzen hier in de buurt is het niet altijd haalbaar. Hetzelfde geldt trouwens voor de veehouderijtak. Meer beesten houden betekent ook extra kalvingen, zorgen en werk. Omdat ik alleen werk, heb ik al genoeg te doen en de administratie vergt ook heel wat tijd. Om efficiënt te werken kan ik dus beter mikken op het beste in plaats van op het meeste!’