Bij ‘t Reigershof gaan dier en natuur hand in hand

28 juni 2022
Helena Menten
Helena Menten en ‘t Reigershof

In de traditionele veehouderijsector maakte het stikstofakkoord de afgelopen maanden heel wat los. Maar hoe zit dat nu met andere dieren binnen onze sector? We kregen eind mei tekst en uitleg van Renaat Devreese, een van de stichters en medevennoot van de succesvolle geitenboerderij ‘t Reigershof in De Haan. ‘t Reigershof kiest al 35 jaar […]

In de traditionele veehouderijsector maakte het stikstofakkoord de afgelopen maanden heel wat los. Maar hoe zit dat nu met andere dieren binnen onze sector? We kregen eind mei tekst en uitleg van Renaat Devreese, een van de stichters en medevennoot van de succesvolle geitenboerderij ‘t Reigershof in De Haan. ‘t Reigershof kiest al 35 jaar voor een duurzame manier van werken, waarbij de dieren op een zo natuurlijk mogelijke manier hun leven leiden. Misschien iets waar we binnenkort ook in de rest van de veehouderij mee aan de slag kunnen?

TractorPower: ‘Hoe is het allemaal begonnen voor jullie?’

Renaat Devreese: ‘Ik heb op mijn 15 jaar de opleiding ‘slagerij’ gevolgd. Nadien ben ik met leercontract in een slagerij vast gaan werken, maar op een bepaald moment begon ik na te denken of ik dit nog heel mijn leven wou doen. Ik groeide op tussen de hardwerkende boeren met de overtuiging dat ik later nooit wilde boeren. Tot ik op een zekere dag de beslissing nam om naar de landbouwschool te gaan.’

‘Het prikkelde echt wel om te boeren, maar dan wel op een manier waarmee we zelf als boeren alles in de hand hadden en vooral ook zelf onze prijs konden bepalen. Dat ik wilde melken stond al vast. Maar investeren in melkquotum zag ik niet zitten waardoor ik op zoek ging naar alternatieven. Mijn vader gaf mij kort erna een artikel uit een Nederlands vakblad waarin men alternatieven aanhaalde zoals mestvee, groenten enzovoort. En onderaan stond ‘geitenhouderij met kaasmakerij’. Dat had ik wel gezien en toen dacht ik: dat zou wel iets voor mij kunnen zijn. Na mij in de dieren te hebben verdiept, had ik mij gefocust op het zoeken naar een gepaste boerderij. De geitenhouderij stond toen ook nog compleet in haar kinderschoenen. Nu zitten we ongeveer aan 75 grote boerderijen over heel België met gemiddeld 700 tot 1.000 geiten.’

‘Tijdens onze zoektocht kwamen we op een boerderij die volledig geschikt was voor het houden van geiten. De toenmalige eigenaars, die bezig waren met mestvee, gingen op pensioen. In oktober 1987 zijn Katrien en ik dan naar de boerderij verhuisd. We zijn zonder handleiding gestart en dat ging niet zonder vallen of opstaan. We hebben naast geiten ook even melkschapen gehad omdat daar een tekort aan was. Maar na een aantal jaren hebben we toch besloten om onze focus op geiten te leggen. Laten we zeggen dat we veel leergeld hebben betaald, omdat er toen nog geen concrete cursussen of andere informatiebronnen bestonden. De eerste jaren waren vrij pittig op financieel vlak.’

‘Ik volgde een cursus biologische melkveehouderij, die ook nog niet volledig op punt stond. Rond het jaar 1998, ongeveer tien jaar na de opening, hebben we de stap gezet om over te schakelen naar biologisch. We waren toen de eerste biologische geitenboerderij in Vlaanderen. In 1987 zijn we gestart met een vijfentwintigtal geiten en op dit moment hebben we er ongeveer 310.’

Renaat: ‘Alle melk verwerken we volledig zelf. Momenteel zitten we op circa 380.000 liter melk per jaar. We hebben een twintigtal soorten kaas en we kiezen er bewust voor om onze kaas niet te pasteuriseren. We steken veel werk in de gezondheid van de dieren en de melkkwaliteit, dus dat zou echt zonde zijn, omdat je door te pasteuriseren veel goede melkeigenschappen kapotmaakt.’

‘Voor ons is de thuisverkoop heel belangrijk. Voor mij is dat een enorm pluspunt om de waardering ook van consument tot boer te krijgen. Bij een groothandel laden ze ’s avonds alles op en hoor je er nog weinig van. Via mond-tot-mondreclame hebben we ons cliënteel kunnen opbouwen.’

Renaat: ‘Als je de stap naar een biologisch bedrijf wilt zetten, moet je voldoen aan criteria die je kan terugvinden in een lastenboek. Zodra je aan alle criteria voldoet, kan je na een omschakelingsperiode het biolabel behalen. Nadat we de stap richting biologisch hadden gezet, vond ik het belangrijk om altijd verder te blijven zoeken naar andere mogelijkheden om op een duurzame manier te innoveren.’

Voeding voor de dieren

Renaat: ‘We nemen echt onze tijd om de voeding volledig op punt te zetten. We geven geen korrels. Enkel in de melkstal krijgen ze een lokbrokje. Voor de rest kopen we losse grondstoffen aan zoals bietenpulp, lijnzaad- en zonnebloempitschilfers, lijnzaad, luzerne, kruiden etc. We stellen daarmee zelf het rantsoen samen. Het vraagt weer veel extra werk, maar we zien er wel echt het resultaat van en het is fijn om te doen. Je ziet de resultaten niet enkel in de productie terugkomen, maar ook in de diergezondheid. Ook hechten we er veel belang aan dat de geiten voldoende kauwen waardoor ze bicarbonaat aanmaken en rustiger verteren.’

‘Commentaar kan je zien als kritiek, maar ook als feedback om beter te worden.’

Gezondheid hand in hand met de natuur

Renaat: ‘Onze dieren hebben een hoge ziektevrije status. Geitenziektes zoals CAE, een virusziekte, en CL, een bacterieziekte, komen zelden voor. CAE ondermijnt het immuunsysteem waardoor de dieren compleet achteruitgaan en de melkproductie volledig stil komt te liggen. Voor ons was het belangrijk om problemen van de dieren op te lossen op een natuurlijke manier. Je hebt bijvoorbeeld de ontworming, waar wij door ons biologisch label verplicht zijn om ze te laten grazen op de weide. De weide is de place to be voor het oplopen van wormen. Medicatie is altijd de eerste oplossing, maar we voelen ons bij al die medicatie ook niet goed. Je krijgt normaal na het ontwormen een wachtperiode tijdens dewelke je de melk niet in de kaasproductie mag steken omdat ze nog residu’s kan bevatten. Ook kan de mest, die nadien op het land gebracht wordt, het bodemleven verstoren. Na het lezen van een Australisch artikel over het natuurlijk ontwormen van schapen op percelen met smalle weegbree kwamen we op het idee om in de graasweiden ook smalle weegbree in te zaaien.’

‘In de graasweide staan er naast de klavers, weegbree en cichorei nog andere kruiden die volledig inspelen op het ontwormen, maar dan op een natuurlijke manier. ’t Reigerhof heeft al zeker 18 jaar geen ontworming meer gegeven. In de dagelijkse voeding van de geiten zit de kruidenmengeling mee in die afkomstig is uit Duitsland en waarin meerdere looksoorten zitten die ook ontwormend werken. Door die combinatie ontstaat er een sterk pakket om op een natuurlijke manier te ontwormen. Bij het begin wordt ieder jaar de mest onderzocht om zekerheid te hebben dat er geen besmettingen waren.’

TP: ‘Geeft dit dan geen problemen wanneer je de producten in de winkel verkoopt?’

Renaat: ‘Nee, zeker niet. Er mag gewoon geen residu aanwezig zijn in de eindproducten die bij de klant komen of in de verkoop gaan. Als je werkt met antibiotica verlies je gewoon een periode waarin je geen melk mag gebruiken voor consumptie.’

Renaat: ‘Ruim 9 jaar werken we al zonder antibiotica. Dat gaat buitengewoon goed. We hebben natuurlijk wel nog eens een zieke geit, maar zeer weinig. We gebruiken dan homeopathie. Ik heb hiervoor een workshop en studiedag gevolgd. In Duitsland waar we onze kruiden afnemen hebben we ook via een oudere man al heel veel geleerd. Wat precies helpt en hoe je dat dan precies gebruikt.’

Renaat: ‘Jazeker, veel mensen vergeten dat de voordelen van deze geneeswijze enorm groot zijn tegenover het gebruik van gangbare medicatie. Je hebt geen wachttermijn tussen de behandeling en genezing, het ondergraaft je immuunsysteem niet … Het is ook goedkoper en makkelijk toe te dienen. We hebben er echt goeie ervaringen mee. Natuurlijk is het aan jou als geitenhouder om je dieren te kennen en vreemde gedragingen op te merken. Je zult sneller ingrijpen met homeopathie wanneer je nog twijfelt, omdat je sowieso geen wachttermijn moet hanteren. In Nederland zijn er verschillende homeopathische producten officieel erkend, maar dan zit je weer met het nadeel dat je het nu enkel via de dierenarts kunt bestellen. Vroeger kon dit gewoon online.’

TP: ‘Fokken jullie zelf ook dieren?’

Renaat: ‘Van thuis uit heb ik het fokken van dieren met de paplepel meegekregen. We hebben van elke geit een volledige afstamming en melkcontrole-uitslagen, hetzelfde systeem als bij de koeien. We gebruiken de laatste jaren voornamelijk onze eigen bokken. Vroeger kochten we voornamelijk nieuw bloed in, maar de laatste tijd houden we het in eigen huis. We kruisen dan met onze eigen bloedlijnen. Op papier krijg je bij een externe aankoop altijd het beste van het beste, maar in de praktijk is dat niet altijd zo. We gaan sneller vooruit met onze eigen bloedlijnen.’

TP: ‘Gebeurt de bevruchting zelf dan ook op een natuurlijke manier?’

Renaat: ‘We kiezen ook bewust voor een natuurlijke dekking en geen kunstmatige inseminatie. Ik zoek zelf uit welke bok het beste bij welke geit past. Dit vraagt echt veel tijd, maar het loont de moeite. Hierdoor kan je het beste van het beste uit je eigen bloedlijnen kruisen.’

Melkproductie

Renaat: ‘We halen door onze vorm van bedrijfsfokkerij een zeer goede melkproductie. En de meeste van onze vrouwelijke lammeren die we op overschot hebben, zijn zelfs al een jaar op voorhand besproken. De laatste jaren zijn ze voornamelijk naar het buitenland gegaan. Volgende maand gaan er ongeveer 100 lammeren naar Griekenland voor de opstart van een nieuw bedrijf. Verder gaan er fokbokjes naar Italië, Nederland, Frankrijk en hier in België. De overige bokjes worden verkocht voor de slacht.’

Renaat: ‘We wilden onszelf de tijd geven om het vak te leren kennen aangezien we weinig wisten. We hadden toen zoals gezegd een vijfentwintigtal dieren. Als er mensen komen die willen starten met geiten, raden we toch aan om met een redelijk aantal te beginnen. Wij hadden die mogelijkheid niet, er werd toen nog geen geitenmelk opgehaald bijvoorbeeld. Niet te vergeten dat bij de start van onze carrière de geitenboerderijen op één hand te tellen waren. Ook de kwaliteit van lammeren lag toen nog niet op het huidige niveau.’

Renaat: ‘Zeker wel. In het begin gingen we naar wekelijkse markten, avondmarkten: je moet ergens beginnen. Dat vroeg enorm veel tijd, maar die barrière zijn we nu gelukkig gepasseerd. Toen hadden de mensen op een of andere manier een vooroordeel over geitenkaas. Je zag ze dan voorbijkomen en de neus optrekken, zonder dat ze effectief al eens geproefd hadden. Nu is het eerder: ‘Wauw, geitenkaas! Mag ik eens proeven?’’

Lokaal werken

Renaat: ‘Onze kazen worden in ruim 25 restaurants geserveerd met vermelding. Dat geeft voldoening en brengt ons ook dichter bij de klanten. Marketing is ook iets dat we niet mogen vergeten. Dat maakt deel uit van het bedrijf. Na de financiële crisis vanaf 2009 hebben we gemerkt dat de consumenten voor bioproducten kiezen, ondanks de iets hogere prijs. Mede door de gezondheidscrisis hebben we nog nooit zo goed verkocht. Nu hebben we wel een kleine terugval gevoeld. Maar we hebben wel iets moois kunnen opbouwen.’

Impact

Renaat: ‘Het werd echt wel tijd dat er meer aandacht voor lokale producten begon te komen. Meer mensen zijn daardoor ook kunnen starten met extra verkoopmogelijkheden op de boerderij zelf. We zien dat we als boeren elkaar lokaal kunnen versterken door onze producten samen aan te bieden. Dat is echt een meerwaarde. Maar het begint natuurlijk bij de consumenten. Het is belangrijk dat mensen weten vanwaar de producten komen.’

Stikstofbeleid

Renaat: ‘Het is vreemd dat veel mensen de link niet leggen met het feit dat ook wij in de geitensector te maken krijgen met het nieuwe stikstofbeleid. Op 24 april 2014 zegt Piet Vanthemsche, voorzitter van de Boerenbond op dat moment, dat er een akkoord is voor de PAS-maatregelen en dat er heel wat mensen mee te maken hebben, ‘maar het zal weer toekomst geven voor de andere boeren’. Wij zaten op dat moment ook in het oranje dus we zagen de bui al hangen. Ik was toen voorzitter van de Vlaamse geitenhouders. Zeker vier bedrijven zaten in de problemen en waren in paniek. Ik ben toen meermaals naar het kabinet van Joke Schauvliege geweest, waar je dan te horen krijgt dat zekerheid niet voor de eerste tien jaar zal zijn.’

‘Maar je weet zo niet in welke richting je met alles uit moet gaan. Veel bedrijven hebben opvolgers en je wilt die mensen een toekomst kunnen bieden. We hebben investeringen gedaan, maar door die rechtsonzekerheid kan je eigenlijk niet verder. We voelen dat er vaak politieke spelletjes gespeeld worden, op de kap van de boeren én de natuur. Zonde. We zijn ruim halfweg de legislatuur van de Vlaamse regering en er is nog steeds geen wetenschappelijk comité aangesteld. Dat stemt tot nadenken.’

Maatregelen

Renaat: ‘Luchtwassers werden als eerste naar voren geschoven. Je moet de stal volledig afsluiten, de lucht zuigen ze af uit de stal en filteren ze. Het is dieronvriendelijk om je dieren op die manier te stallen. Wij vallen bijvoorbeeld onder de bio, maar bij ons moeten de dieren natuurlijk grazen op de wei. Luchtwassers verbruiken enorm veel energie en ondertussen is er al aangetoond dat de theorie niet overeenkomt met de ervaringen uit de praktijk. Er zijn zoveel eenvoudige en gezondere systemen, maar men wil er aan de hogere top gewoon niet over spreken.’

Toekomst met zeoliet

Renaat: ‘De laatste jaren ga ik zelf dan ook op zoek naar alternatieven en ik deel deze ook graag met collega’s. Ik was op zoek naar een middel om de ammoniak in de stal te verminderen. Ammoniak werkt immers irriterend op de longen. Vooral de lammeren staan dicht tegen de grond. Zo kwam ik uit bij zeoliet, een kleimineraal. Zeoliet heeft onder andere de eigenschap ammoniak te binden. We gebruiken dat zelf nu al ongeveer vijftien jaar. Aan de Universiteit van Wageningen kwam men uit op een reductie van meer dan 80%. Als je de mest uitrijdt, vervliegt er minder, het is goed voor de bodem en in droge periodes slorpt het snel water op en geeft het dit zeer traag af.’

‘Ook via de voeding zelf geven we zeoliet aan onze geiten. Bij mensen maken ze hier ook al gebruik van als pure zuiveringskuur. Het gaat afval- en gifstoffen capteren in de lever en afvoeren waardoor de lever minder belast wordt. Het ureumgehalte in de melk, wat wijst op stikstofverlies, is veel lager. Dat maakt dat bij de dieren de lever nog verder ontlast wordt.’

‘In 2015 zijn we naar het ILVO en het kabinet van Schauvliege geweest met het voorstel om deze zeolietpiste te onderzoeken, maar op dat moment was er geen budget voor onderzoek en al helemaal niet voor onderzoek op het effect bij geiten. Men heeft dan na aandringen toch eens een proef opgezet met nog stalstrooisel en zo. Daar kwam zeoliet als beste uit met 65% reductie, en zelfs dan vonden ze het niet innovatief genoeg.’

‘Het probleem met zeoliet is dat er geen verdienmodel op zit. Er wordt te weinig aan verdiend. De aankoopprijs is 300-400 euro per ton en je hebt er maar weinig van nodig. Zeker als je kijkt naar wat een luchtwasser kost. Aan de KU Leuven hebben ze ook onderzoek gedaan met melk- of mestvee. Wetenschappers weten wel dat het werkt. Je ziet politiekers vaak ruziemaken over wie moet sluiten, maar tot nu is er nog niemand naar voren gekomen om een bijdrage te doen die goed is voor de natuur én de boeren. Het geeft geen toekomst voor de boeren. Door enkel op een negatieve manier bezig te zijn, ondergraaf je elk draagvlak bij boeren. Op lange termijn is dit erg nefast voor de boeren, maar ook voor de natuur!’

‘Ik wil alles op een zo natuurlijk mogelijke manier, maar het moet hand in hand gaan met de produc- tie. Het moet economisch haalbaar blijven.’

Gezonde interesse van medeboeren

Renaat: ‘We krijgen regelmatig bezoek van andere boeren, zelfs uit het buitenland. Ik vind het boeiend om zaken te optimaliseren, bijvoorbeeld op het vlak van de droogstand, met andere woorden de periode voor ze moeten lammeren. En ook daar komen wel regelmatig vragen over, of men verlangt naar feedback. Vorige week kreeg ik een vraag vanuit Michigan (VS) van een bedrijf dat gaat starten met 2.000 geiten en daar hebben ze vragen over onze voederstrategie. In coronatijd hebben we geleerd dat dit ook online kan. Die uitwisseling met anderen geeft verruiming in alles. Je blijft groeien en testen met andere mensen samen. Het blijft mij echt triggeren om verder te zoeken naar andere opties om het zo goed mogelijk te doen.’

Nieuwe projecten

Renaat: ‘We gaan in het najaar stroken met voederbomen en -struiken aanleggen in de graasweiden. In de onderlaag zetten we kruiden en zo waaraan de geiten beperkt kunnen knabbelen. Je hebt bijvoorbeeld gewassen die de gezondheid van de geiten extra ondersteunen, zoals wilgen. Wilgen bevatten een stof die ook in aspirine aanwezig is. Men was bezig met een onderzoek waar men koeien observeerde via wildcamera’s om hun eetpatroon te volgen. Hierdoor hebben ze dan gemerkt dat de koeien zelf naar de wilgen toe gingen om te eten. Een dier is echt slim en weet wat het moet doen om voor zichzelf te zorgen.’

Renaat: ‘We zijn met twee gestart, mijn vroegere partner Katrien en ik. Al snel kwam de droom van een coöperatie naar boven. Veel familiebedrijven blijven vasthouden aan het familiale model dat vroeger naar voor geschoven werd. Het probleem is dat je met twee vaak zoveel verschillende onderlinge connecties hebt: zakelijk, kinderen … Dat zit met elkaar verweven en eigenlijk is dat niet echt gezond. Als iets goed gaat dan is er niets aan de hand, maar als het slecht gaat komt dat wel allemaal op de rug van die twee mensen terecht. Onze beide kinderen, Hannes en Silke, zijn ook mee ingestapt. Silke is de trekker, Hannes werkt graag mee.’

‘Ook het sociale aspect, zoals bijvoorbeeld een vakantie, was hiervoor niet doenbaar terwijl we nu met vijf mensen elk vakantie kunnen nemen om even het hoofd te kunnen leegmaken. De Coöperatieve Vennootschap staat open voor zowel ‘stille’ als ‘werkende’ vennoten. Dat is goed om ook input van buitenaf te krijgen. Het maakt het allemaal leefbaar en zorgt voor extra objectieve ondersteuning. Ook beslissingen nemen gaat nu op een duurzamere manier waardoor je vaak beter hebt kunnen nadenken, met verschillende meningen naast elkaar.’

Renaat: ‘Eerstdaags willen we starten met het composteren van onze stalmest om deze zelf te hergebruiken – ook op de graslanden – in plaats van drijfmest aan te voeren. Ook het overschakelen van biologisch naar biodynamisch staat op de planning, daar zijn we nu al een drietal jaar mee bezig. In Vlaanderen is er op dit moment geen bedrijf met dieren als hoofdtak dat al volledig op deze manier werkt dus ook dat zal weer een hele zoektocht worden voor ons. Zo onthoornen we onze lammeren al drie jaar niet meer. Verder willen we ook onze eigen bokjes laten slachten en het vlees vermarkten in plaats van ze te laten ophalen. Het plan voor een kleine windmolen lag ook al op tafel, maar is tot onze ontgoocheling afgekeurd. Zonde, bij lokale voedselproductie hoort ook lokale energieproductie.’

‘Verder willen we de coöperatie verder uitbouwen naar een sterke groep van mensen, medewerkers, sympathisanten, klanten … die hun schouders mee onder het bedrijf zetten. We willen vooral blijven bewegen, verder op zoek naar de essentie van een gezonde voedselproductie voor mens, dier en ons milieu.’