Bij het loonbedrijf E&T Maes staan de letters E en T voor de namen van de broers Emerik en Tom Maes. Het bedrijf, dat in 1989 door vader Geert gesticht is, doet loonwerk in Vlaanderen en in Noord-Frankrijk. Daarbij richt het zich vooral op bepaalde teelten, zoals maïs en aardappelen planten en oogsten. Al sinds […]
Bij het loonbedrijf E&T Maes staan de letters E en T voor de namen van de broers Emerik en Tom Maes. Het bedrijf, dat in 1989 door vader Geert gesticht is, doet loonwerk in Vlaanderen en in Noord-Frankrijk. Daarbij richt het zich vooral op bepaalde teelten, zoals maïs en aardappelen planten en oogsten. Al sinds 2016 werkt dit loonbedrijf met het rtk-gps systeem van Trimble. Tom: ‘Zoals nu op deze rechte stukken stuurt de tractor volledig autonoom, ik hoef alleen maar op de kopakkers te draaien.’
Emerik en Tom gingen reeds van kinds af aan meewerken op het loonbedrijf van hun vader Geert. Het was evident dat ze in zijn voetsporen zouden treden in het loonwerk. Ondertussen zijn ze met hun eigen bedrijf van start gegaan, al helpt vader Geert nog volop mee. Die begon in 1989 met het loonbedrijf in Oostkamp. Aanvankelijk wilde Geert met varkens beginnen, maar omdat zijn oom die toekomst onzeker tegemoet zag, werd deze piste verlaten. Dus begon Geert met loonwerk, en hij kreeg meteen veel werk. De eerste tractor waar hij loonwerk mee deed, was een Ford 5000 met 75 pk. Later kocht hij vooral tractoren van het merk John Deere. Verder kocht Geert een opraapwagen van Claas omdat hij in die beginjaren veel werk had met de grasoogst. Bij de start kocht hij reeds een ploeg van Kuhn en een pakkenpers van Krone.
Emerik volgde bij het VTI in Brugge de opleiding Autotechniek. Dat maakt dat je hem niet veel op de tractor ziet, maar eerder in de werkplaats. Tom: ‘Emerik is vooral technisch goed onderlegd en verricht voor ons loonwerk-, grondverzet- en transportbedrijf omzeggens alle herstellingen.’ Zelf deed Tom, eveneens aan het VTI in Brugge, de opleiding Metaalbewerking, frezen en draaien. De reden dat hij hiervoor koos, is dat je volgens hem bij een standaard landbouwopleiding niet zo heel veel leert waar je als loonwerker wat aan hebt. Wel volgde Tom nog de opleiding landbouwmechanisatie in Roeselare. Tom zit, zeker als het druk is, dag en nacht op de tractor, rooier of graafkraan. E&T Maes is vijf jaar geleden begonnen met het planten van pootaardappelen. De akkerbouwer waar het aardappelen voor plant, houdt van nauwkeurig werk. De afstanden tussen de pootaardappelen onderling worden nauwkeurig nagemeten, evenals de diepte. Bij het planten werkt Tom met rtk-gps. Door die verregaande mate van automatisering en comfort is het draaien van de tractor op de kopakkers nog het lastigste moment bij het planten van deze vijf hectare aardappelen. Het is op dat moment al wekenlang kurkdroog weer geweest – we spreken eind maart – maar de bodem is gelukkig nog vochtig genoeg, waardoor de pootaardappelen zeker vlot zullen doorschieten.
De twee Miedema’s CP 42 waarmee aardappelen geplant worden, zijn afkomstig van Anné Mechanisatie uit Kieldrecht. Boven op de machines staat prominent een Amazone GreenDrill 200 waarmee granulaat gegeven wordt. Wat Tom eigenlijk doet door granulaat toe te voegen, is een bedje van meststof maken in de pootvoor. Tom: ‘De granulaatvoorziening zet de dealer er tegenwoordig standaard op. Het voordeel van deze GreenDrill 200 is dat er luchtondersteuning op zit, dus het verstoppen van de buisjes is voorgoed verleden tijd.’ Verder heeft deze granulaatstrooier volgens de jonge loonwerker een zeer eenvoudige afdraaiproef. De tractor waar Tom de werkzaamheden mee uitvoert, is een Case IH Optum 300 met 300 pk. In de fronthef hangt een Baseliervolleveldsfrees. Sinds bijna 10 jaar kiest E&T Maes voor Case tractoren. Ondertussen heeft het bedrijf al negen tractoren van dit merk. De zwaarste is momenteel de Case IH Optum 300 waar Tom nu aardappelen mee plant. Het lichtste model tractor is een Case IH Puma 150 CVX. Verder hebben de broers nog een Claas Arion 650 en een Axion 840 en een John Deere 6830. Naast aardappelen planten verricht E&T Maes werkzaamheden als hakselen, maaien, zaaien, rooien en balen persen. Het verspreidt geen drijfmest, maar wel stalmest met een Record Vulkan. Dit zal overigens wellicht de eerste machine zijn die vervangen gaat worden. Grote balen worden geperst met een Krone 1270 XC en ronde balen met de McHale Fusion 3. Het rooien van de frietaardappelen gebeurt met twee vierrijige Grimmes Varitron. De hoofdteelten waar E&T Maes loonwerk in verricht, zijn op nummer 1 frietaardappelen, op nummer 2 maïs en op nummer 3 gras. Werkzaamheden voor de bietenteelt doet het loonbedrijf niet, eenvoudigweg omdat ze hier al té veel werk hebben met alle andere teelten en activiteiten. Speciaal voor het maïszaaien heeft het loonbedrijf een maïszaaier van Kuhn met een pakkerrol vooraan aangeschaft.
E&T Maes zit nog steeds op dezelfde plek als toen vader Maes in 1989 begon. Wel worden momenteel de spanten gezet voor een forse uitbreiding van de werkplaats met 650 vierkante meter. Daardoor gaat de hangaromvang van 2.000 vierkante meter naar 2.650 vierkante meter. De meeste klanten krijgt het Oostkampse loonwerkbedrijf via mond-tot-mondreclame. Volgens Tom en Emerik is het eenvoudigweg zo dat je kwaliteitswerk moet leveren. Tom: ‘En dan komt het werk vanzelf. Zoals bij deze akkerbouwer waar ik nu aardappelen plant: als hij ze één centimeter dichter bij elkaar wil hebben of juist verder uit elkaar, dan regel ik dat meteen.’ In de regio waar het loonbedrijf werkzaamheden uitvoert, zitten relatief veel veehouderijen. Niet heel veel akkerbouwbedrijven, maar de akkerbouwbedrijven die er zitten, zijn wel groot van omvang: gemiddeld rond de honderd hectare per bedrijf. Zowat 70 procent van de omzet van het loonbedrijf komt van werkzaamheden bij veehouderijen en zowat 30 procent van akkerbouwers. Van alle bedrijfsonderdelen van E&T Maes komt 25 procent van de omzet uit loonwerk, 60 procent uit grondverzet en recyclage en 15 procent uit transportwerk. De keuze voor transport erbij is vooral omdat deze bedrijfsafdeling goed de grondverzet- en recyclageafdeling kan ondersteunen. De grondverzet- en recyclageafdeling is ook mee gestart om de rustigere periodes in het agrarische loonwerk op te vangen. Momenteel heeft E&T Maes gemiddeld circa vijftien man personeel aan het werk en op de piekmomenten huurt het bedrijf twee à drie zelfstandigen bij. Het is overigens niet altijd rozengeur en maneschijn geweest bij het Vlaamse loonwerkbedrijf. In 2013 moest vader Maes een financiële kater trotseren doordat hij niet de toegezegde subsidies kreeg voor het bosbouwproject waar hij in Frankrijk mee bezig was. Door meteen daarna een forse doorstart te maken kon het bedrijf toch verder. Tom: ‘We hadden werk genoeg en het vertrouwen van onze klanten en leveranciers, dus dan overleef je zo’n crisis gelukkig.’
De Case-tractoren komen van Westtrac-Depauw uit Diksmuide. De Claas-tractoren komen van Dirk Storme landbouwmachines uit Damme. De Grimme Varitron-rooiers komen van Riemers uit IJzendijke en de rest komt van Anné Mechanisatie uit Kieldrecht. Sinds 2016 werkt E&T Maes met het rtk-gps systeem van Trimble. Volgens Tom kan daardoor veel efficiënter en properder werk geleverd worden. Door rtk-gps kunnen ze ook met sectieafsluiting werken. Dat geeft volgens Tom veel meer arbeidsgemak. ‘Ik hoef nu eigenlijk alleen maar het systeem in de gaten te houden. Op de rechte stukken stuurt de tractor volledig autonoom met behulp van rtk-gps. Alleen op de kopakkers moet ik zelf nog keren.’
Ongeveer vijftien jaar geleden besloot vader Maes om een automatisch bandendruksysteem voor zijn tractoren aan te schaffen. Zijn klanten zagen er volgens Tom het voordeel niet van in. Vader Maes kon voor dit extraatje, waardoor het land van zijn klanten meer gespaard bleef voor verdichting, dus niet meer aanrekenen. Vandaar dat E&T Maes met dit bandendruksysteem weer gestopt is. Wel besloot het enige jaren geleden om op grotere banden te gaan rijden en met dubbellucht (twee banden naast elkaar). Bij het planten van de aardappelen, waar Tom op dat moment mee bezig is, werkt hij dus ook met grotere banden dan gangbaar en zowel voor als achter met dubbellucht. In de tijd dat ze nog veel maïs dorsten, reden hun tractoren al op rupsen, maar omdat die tijd nu door de aardappelteelt is ingenomen, zijn de rupstractoren verleden tijd. Tom: ‘De teelt van aardappelen voor friet is in deze regio enorm toegenomen als gevolg van de goede prijzen voor deze aardappelen. De teelt van tarwe en dorsmaïs is daardoor juist een pak minder geworden.’
De beide broers Maes willen met hun bedrijf niet per se veel groter worden. De hoofdreden hiervoor is volgens Tom dat er in Vlaanderen een tekort aan personeel is. En de papierwinkel en andere administratie worden volgens de beide broers steeds groter. ‘Je zit onderhand als loonwerker meer op kantoor dan op de tractor’, aldus Tom. Naast rtk-gps investeren de gebroeders Maes in de allernieuwste werktuigen en aanhangwagens. Zo kochten ze recent twee Dezeure Transmax-hooglossers (drieassers) met turbocleaner, waardoor klanten van E&T Maes aan hun afnemers nu een veel schoner product kunnen leveren. Vorig jaar kochten ze ook nog een nieuwe silagewagen van hetzelfde merk. Inmiddels verzorgt E&T Maes loonwerk tot in Wallonië en Noord-Frankrijk. Het begint met de vroege aardappeloogst eind juli in Vlaanderen en eindigt met de aardappeloogst begin december in NoordFrankrijk. Dit jaar is het op 11 maart in Beernem begonnen met pootaardappelen planten. Rond midden mei was het bedrijf daarmee klaar. Op automatiseringsgebied heeft E&T Maes grote plannen. Wat betreft het koppelen van de administratie kijken ze hier bijvoorbeeld naar de mogelijkheden van Bouwsoft, een programma dat oorspronkelijk uit de bouwwereld komt. Verder doen ze testen met LEA Manager, een speciale software voor loonbedrijven. Daarbij worden bij het bewerken van een perceel tegenwoordig alle beschikbare gegevens opgeslagen, ook de rtk-gps gegevens en de taakkaarten. Daardoor kan een tractorchauffeur van het loonbedrijf die het perceel niet kent alle gegevens paraat hebben zodra hij een perceel oprijdt. Tom: ‘Verder willen Emerik en ik dat ons loon-, grondverzet- en transportbedrijf steeds minder afhankelijk wordt van derden. Dus reststromen zoals puin kunnen verwerkt worden in onze recyclageafdeling en terug gebruikt worden in de grondwerken. En doordat wij zelf een goed uitgeruste transportafdeling hebben met trekkers, opleggers en diepladers kunnen wij de meeste vrachten tot 110 ton vlot vervoeren. Het is en blijft natuurlijk een uitdaging om alles op tijd en stond te leveren of te verplaatsen, zowel voor ons eigen bedrijf als voor derden.’