Voedselproductie en klimaat zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De land- en tuinbouwsector wordt direct en als eerste getroffen door de impact van een veranderend klimaat en heeft tegelijk ook de verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor de omgeving. De sector toonde zich al meermaals een partner in oplossingen voor het klimaat en zal deze rol […]
Voedselproductie en klimaat zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De land- en tuinbouwsector wordt direct en als eerste getroffen door de impact van een veranderend klimaat en heeft tegelijk ook de verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor de omgeving. De sector toonde zich al meermaals een partner in oplossingen voor het klimaat en zal deze rol ook in de toekomst blijven opnemen. Dat kan echter enkel wanneer de inspanningen van de landbouwer naar waarde geschat wordt. Een eerlijke prijs voor de boer is daarin onmisbaar, zegt Boerenbond op de vooravond van de klimaattop (COP 27) die op zondag 6 november in Egypte start.
Meer met minder
Landbouw heeft een dubbele opdracht: genoeg voedsel produceren om de monden te voeden en tegelijk zorg dragen voor de omgeving. Beiden zijn een uitdaging, zeker als je weet dat de Vlaamse bevolking sinds 2005 met meer dan 10% is toegenomen, en dat het aantal Vlaamse boeren in diezelfde periode met maar liefst een derde afnam. Toch slagen onze Vlaamse land- en tuinbouwers er vandaag in om tegemoet te komen aan deze toegenomen voedselvraag én om aan de laagste klimaatvoetafdruk ter wereld te produceren. Dat doen ze door dagdagelijks efficiënt, bewust en met kennis van zaken te werk te gaan.
Toch is de klimaatverandering nu al één van de grootste bedreigingen van de sector. Het steeds extremer wordend weer leidt jaarlijks tot meer schade en inkomensverlies. De landbouwsector erkent de klimaaturgentie en neemt reeds maatregelen om enerzijds zijn aandeel van de klimaatimpact te verminderen, en anderzijds zich zo goed mogelijk voor te bereiden op de veranderende omstandigheden.
Waardering is essentieel
De sector wil en kan ook in de toekomst nog verdere stappen zetten naar een nog klimaatvriendelijkere en -robuustere productie. “Maar”, merkt Boerenbondvoorzitter Lode Ceyssens op, “onze boeren kunnen enkel een bijdrage blijven leveren aan de klimaatdoelstellingen, wanneer ze ook economisch fit zijn. Vandaag willen we de meest groene én de meest vrije markt zijn. Het gevolg is dat onze boeren een topproduct moeten produceren waarvoor ze maar dezelfde prijs krijgen als producten die waar ook ter wereld, veel minder klimaatefficiënt worden geproduceerd (zie kader). Als we zo verder gaan bloedt onze landbouw dood. Als het verdienvermogen van de boer niet voldoende is, kan hij de verdere klimaattransitie niet maken”. Naast een correct inkomen, is ook een betrouwbaar en ondersteunend beleidskader essentieel. Vandaag zien we bijvoorbeeld dat investeringen in wateropslag of hernieuwbare energieproductie op land- en tuinbouwbedrijven vastlopen op onnodige vergunningverleningsissues. Dit kan niet de bedoeling zijn.
Zoveel meer dan voedsel alleen
Landbouwers nemen maatregelen om hun koolstofuitstoot te verminderen, maar doen ook meer dan dat: denk maar aan koolstofopslag, het produceren van hernieuwbare energie, glastuinbouw die stroom levert aan maar liefst 630.000 gezinnen in Vlaanderen, de rol die boeren spelen in de eiwittransitie, precisielandbouw, circulair ondernemen en het tegengaan van voedselverliezen door het verwerken van reststromen, …. Ook voor al deze inspanningen verdienen landbouwers de juiste waardering. Met het gegeven dat we in de toekomst méér mensen moeten voeden met steeds minder boeren, zal het een opgave worden om de boeren mee aan boord te houden. Dat kan alleen als we de inspanningen die landbouwers doen naar waarde schatten.
Landbouw en klimaat – enkele cijfers:
Het aandeel van broeikasgasuitstoot in Vlaanderen bedroeg in 2020: industrie (28%), energie (23%), transport (20%), huishoudens (12%), land- en tuinbouw (11%) en handel en diensten (5%).
De koolstofvoetafdruk van Vlaamse melk daalde met 30% tussen 2000 en 2019.
Tussen 1990 en 2020 daalde de broeikasgasuitstoot van onze land- en tuinbouw met 15%.
Uit onderzoek blijkt dat de koolstofvoetafdruk per kilogram vlees van ons Belgisch witblauw rundvlees 30% lager is dan die van Iers rundvlees en zelfs slechts de helft (50%) bedraagt van die van Braziliaans rundvlees.
Appels van hier hebben ‘maar’ 1/3de van de klimaatimpact dan die afkomstig uit bijvoorbeeld Nieuw-Zeeland.