Sinds maart dit jaar is de splinternieuwe Agriplanter 6SP-A op de markt. Deze zesrijer met elektrisch geregelde plantafstand kan maar liefst 72.000 planten per uur aan. De zelfsturende achteras op rupsen en de sectiecontrole worden door middel van een rtk-gps systeem aangestuurd. Deze hypermoderne Agriplanter is ontwikkeld in samenwerking met het Nederlandse bedrijf Iltom BV […]
Sinds maart dit jaar is de splinternieuwe Agriplanter 6SP-A op de markt. Deze zesrijer met elektrisch geregelde plantafstand kan maar liefst 72.000 planten per uur aan. De zelfsturende achteras op rupsen en de sectiecontrole worden door middel van een rtk-gps systeem aangestuurd. Deze hypermoderne Agriplanter is ontwikkeld in samenwerking met het Nederlandse bedrijf Iltom BV uit Sluis.
Het begon in de jaren zeventig met het uitplanten van suikerbieten, cichorei en groene groenten in papieren potten. In 1998 lanceerde Agriplant zijn eerste automatische plantmachine, gevolgd door een tweede generatie in 2003. In 2005 kwam de 1SP uit, een volautomatische plantmachine met een capaciteit van 14.000 planten per uur. In de beginjaren gingen de machines voornamelijk naar Italië, vooral voor het uitplanten van industrietomaten. Daarna volgden Portugal, Frankrijk, Canada, de VS, Nederland en sinds vorig jaar rijden er ook twee Agriplant-machines in Duitsland. De voorzet om de zesrijige variant te bouwen kwam volgens Bart Parrein, bedrijfsleider van Agriplant, van het Nederlandse vollegrondsgroentebedrijf en graszaadproducent Iltom BV uit Sluis. Sinds maart 2020 is de nieuwe plantmachine op de markt. Bart: ‘Iltom heeft ze meteen ingezet bij het planten van zijn knolselderij.’
De zesrijige automatische Agriplanter 6SP-A is 7,5 meter lang en voorzien van een nieuw chassis met rupsonderstel. Hij weegt 7.650 kilogram, waarvan 4.850 kilogram op het rupsonderstel rust en 2.800 kilogram op de hefarmen van de trekker. Het plantframe, waaraan de plantelementen scharnierend opgehangen zijn, wordt gedragen door drie hydraulische cilinders: twee op de as van het rupsstel en één vooraan op de machine. De Soucy-tracks zijn 30 centimeter breed, 1,5 meter lang en 55 centimeter hoog. De rupsen lopen buiten de plantrijen op 2,7 meter tussenafstand. Het rupsonderstel heeft een stuurhoek van 12 graden met aansturing via de hydrauliek van de trekker. Op de kopakker gebeurt de bediening door de chauffeur, maar tijdens het planten gebeurt dat volautomatisch met behulp van rtk-gps op de plantmachine zelf. De robotcyclustijd bedraagt 5 seconden. Het laadplatform achteraan de machine biedt plek aan vier pallettorens naast elkaar. Afhankelijk van de trays kan de machine dan 50.000 tot 60.000 planten meenemen.
De volle trays worden op de robot geplaatst en zijdelings uitgeworpen als deze leeg zijn. Vervolgens wordt een rij pluggen via een prikker aangeprikt. Aan de onderkant zitten duwers die de plug tegelijkertijd uit de tray drukken. Vervolgens gaat de robotarm een kwartslag achteruit en wordt de rij pluggen op een witte transportband gelegd. De transportband brengt de kluitjes naar het selectiesysteem in de plantmachine. Die laat de lege pluggen ertussenuit vallen. Een elektronische sensor detecteert de ‘lege plaatsen’. Doordat deze band elektronisch aangestuurd is, kan hij versnellen zodat de resterende pluggen netjes aansluiten. Daarna volgen twee kleine bufferbandjes. Deze elektrisch aangedreven tussenbandjes verzorgen de plantafstand. De wals hangt in een eigen driehoek en is hydraulisch 70 cm naar rechts verstelbaar. In optie kan ze ook naar beide kanten met 60 cm verschuiven. In totaal komt de machine op 3 meter buitenbreedte.
Nadat de plantjes op de kleine bufferbandjes beland zijn, komen ze op een egelband die ze verticaal naar de grote, ronde, rubberen plantschijven transporteert. Daar zit het eigenlijke plantonderdeel van de machine. Twee kleine rollen drukken de grote rubberen schijven uit elkaar zodat de plant ertussen klemt. Onderaan gebeurt het omgekeerde: daar drukt één kleine rol de schijven weer uit elkaar zodat de plug in de plantvoor gezet wordt. De afstand tussen de rijen is bij deze nieuwste Agriplanter standaard 50 centimeter, de afstand tussen de planten is elektronisch regelbaar.
De plantsnelheid hangt af van de afstand tussen de plantjes. Bij knolselderij is deze bijvoorbeeld 25 centimeter, dus dan plant de zesrijer met een snelheid van ongeveer 3 tot 3,5 km/u. Is de afstand tussen de planten groter, zoals bij koolgewassen, dan haalt de Agriplanter een snelheid van 4,5 tot 5 km/u. De plantsnelheid hangt af van de kwaliteit van de plantjes en de hoeveelheid pluggen in één rij van de tray. Als de kwaliteit beter is, hoeft de machine er dus minder uit te selecteren waardoor ze een grotere capaciteit heeft. Bart: ‘Deze machine is maatwerk. Wij staan erop om de klant van dichtbij te volgen, en dit zowel bij de opstart als bij de dienst na verkoop. Klanten kunnen enerzijds rekenen op een eigen gedreven team van medewerkers, anderzijds heeft Agriplant ook een uitgebreid dealernetwerk in tal van landen en dit wereldwijd.’
Sinds 2017 verkoopt Agriplant zijn machines ook in de VS en Canada. Die worden met zeecontainers naar deze landen verscheept. Ze worden nu ook in deze landen verkocht omdat een Canadese tomatenteler in 2016 de Agriplant-machines op internet zag en dacht: wellicht kan ik daar wel mijn tomatenplanten snel en efficiënt mee planten. En dus lopen er zowel in de VS als in Canada inmiddels enkele grotere Agriplant-machines. In Canada wordt er gewerkt met een wegwerpbare en zachte plastic tray met in totaal 288 pluggen. Die traysoort bleek echter te zwak te zijn voor verwerking in de zesrijige Agriplant-machine en keuze uit andere trays hadden de Canadezen niet. Dus heeft Agriplant in samenwerking met deze Canadese vollegrondsgroentetelers een speciale aluminium behuizing voor hun tray ontwikkeld. Alle Agriplant-modellen zijn vrijwel voor alle trays aanpasbaar, dus zowel voor vrij zacht tot hard plastic als voor piepschuim trays. Ondertussen heeft Agriplant meer dan vijftig soorten trays die geschikt zijn voor de machine.
De 6SP-A heeft dezelfde bouwwijze als de bestaande modellen. Het plantelement, de selecteur en de robot blijven gelijk. De plaatsing van de robots is aangepast om de rijafstand van 50 centimeter te kunnen halen. Er staan twee robots iets naar achteren, zodat er voldoende plaats is om de lege trays zijdelings uit te werpen. Dat is een zogeheten ‘bewezen systeem’ dat al jarenlang perfect werkt. Gedurende de ontwikkeling van deze grootste Agriplanter heeft Agriplant echter op wens van zijn klant Iltom wel een aantal andere onderdelen gemoderniseerd. Zo heeft deze machine elektronische plantafstand. Daarnaast heeft Agriplant in samenwerking met Iltom de machine zo gemaakt dat door middel van een rtk-gps systeem de zelfsturende achteras op rupsen automatisch wordt aangestuurd, evenals de sectiecontrole. Dit betekent veel minder structuurbederf van de bodem.