De werkdieptegeleiding van gedragen cultivatoren wordt traditioneel geregeld via steunwielen die aan het frame bevestigd zitten. Op vlak terrein is deze constructie een perfecte oplossing om de werkdiepte constant te houden, de belasting van de steun wielen is daarbij constant. Bij het rijden op oneffen en sterk glooiend terrein werken zeker lange cultivatoren te diep […]
De werkdieptegeleiding van gedragen cultivatoren wordt traditioneel geregeld via steunwielen die aan het frame bevestigd zitten. Op vlak terrein is deze constructie een perfecte oplossing om de werkdiepte constant te houden, de belasting van de steun wielen is daarbij constant. Bij het rijden op oneffen en sterk glooiend terrein werken zeker lange cultivatoren te diep als er over een ‘bobbel’ en te ondiep als er door een ‘zink’ wordt gereden. Gekende systemen van tractieversterking, die daarbij uitsluitend via de trekdissel van de cultivator en niet over de hefinrichting werken, geven onder deze omstandigheden wel een goede bodemvolging, maar de lastoverdracht op de trekker is ongelijkmatig. Bij het nieuwe regelsysteem wordt de belasting van de steunwielen permanent opgevolgd en gebruikt voor de hydraulische regeling van de positie van de walsen: als de steun afneemt, dan wordt de wals opgeheven; de cultivator trekt in de bodem tot de vooringestelde belasting op het steunwiel terug bereikt wordt en omgekeerd. De werking van de tractieversterking is ondanks de regeling vrijwel constant.