In Neerpelt trekt Hoeve De Heuvel volledig de kaart van Parthenais

9 december 2020
Christophe Daemen
Christophe Daemen

Hoeve De Heuvel, het veeteeltbedrijf van de familie Janssen, ontstond in 2015 onder de impuls van Gunter Janssen. Die wou al langer zijn eigen boerderij en stilaan werd de droom werkelijkheid. Opvallend is ook de keuze om Parthenais-vee te kweken en vet te mesten. We waren benieuwd naar de motivatie achter deze niet-alledaagse bedrijfsvoering en […]

Hoeve De Heuvel, het veeteeltbedrijf van de familie Janssen, ontstond in 2015 onder de impuls van Gunter Janssen. Die wou al langer zijn eigen boerderij en stilaan werd de droom werkelijkheid. Opvallend is ook de keuze om Parthenais-vee te kweken en vet te mesten. We waren benieuwd naar de motivatie achter deze niet-alledaagse bedrijfsvoering en gingen Wout Schuurmans, de verantwoordelijke van het bedrijf, begin november opzoeken.

Gunter Janssen, in het ‘echte’ leven de zaakvoerder van AJK, heeft altijd een passie voor landbouw gehad. Hij hield al een tijdje een paar beesten als hobby, en die liep een beetje uit de hand. Enkele jaren geleden werd een splinternieuwe stal gebouwd en werden de eerste Witblauw-dieren vervangen door Parthenais, een Frans ras dat bij ons nog niet echt gekend is. Een bestaand gebouw werd omgebouwd tot een open frontstal, waar de stieren worden afgemest. Het Parthenais- verhaal begon met 9 koeien en 4 stieren, allemaal stamboekdieren die in Frankrijk gekocht werden. Inmiddels telt het bedrijf circa 300 stuks vee.

Parthenais-koeien

Parthenais is een Frans runderras dat zijn oorsprong vindt in de buurt van de stad Parthenay, in het departement Deux-Sèvres. Tegenwoordig is het ras vooral in de regio’s Poitou-Charentes en Pays de la Loire te vinden. De stamboekwerking is inmiddels ook in andere landen opgestart met onder meer uitlopers in de Verenigde Staten, Canada, Australië, Groot-Brittannië en Ierland. Ook in België en Nederland is het Parthenais-ras terug te vinden.

Het ras wordt zelden gebruikt om te kruisen met andere rassen. Parthenais-vee heeft een korte kop met een breed front en een brede bek. Het uiteinde van de hoorns is zwart gekleurd. Het haarkleed is tarwekleurig, de neus en slijmvliezen zijn zwart, net als de staartpunt, de contouren van de oren en de klauwen. Het haarkleed van mannelijk vee heeft zowel op de kop als op de buik een opvallende, donkere gloed.

Parthenais is een van de vleesrassen die het gen voor dubbelgespierdheid bezitten. De runderen kunnen goed omgaan met echt grove ruwvoederproducten. Op die manier kan het vlees goedkoper geproduceerd worden en bovendien heeft het een unieke smaak met een ongeëvenaarde tederheid. De kleur is rood tot donkerrood met uitzonderlijk zeer fijne spiervezels. De structuur is sappig, dankzij de marmering. Verder is het Parthenais-vlees cholesterolverlagend en vertoont het gelijkenissen met het vlees van het Belgische Witblauw.

Een doordachte bedrijfsvoering

Hoeve De Heuvel heeft de ambitie om zo veel mogelijk in eigen handen te houden. Daarom werd er ook gekozen om zowel zelf te kweken als af te mesten. Wout: ‘We beschikken over vier dekstieren. Het werkt eenvoudiger dan kunstmatige inseminatie en bovendien zijn vruchtbaarheidscijfers van stieren ook beter. We volgen ons vleesvee intensief op om de rendabiliteit te verhogen. Zo bedraagt de tussenkalftijd amper 385 dagen. Daarnaast is kalfsterfte een probleem op heel wat vleesveebedrijven. Het is een van de redenen waarom we gekozen hebben om de dieren het jaar rond in de stallen te huisvesten. Ons klimaat is niet altijd zo geweldig dat je de dieren buiten kan laten lopen en bij de bouw van de nieuwe stal hebben we veel aandacht besteed aan voldoende luchtcirculatie. Enkel de dekstieren grazen buiten. De kalveren zuigen bij hun moeder tot een leeftijd van 6 maanden en vervolgens worden de stieren afgemest.’

Naast het kweken op zich is Hoeve De Heuvel ook actief in de aan- en verkoop van Parthenais-dieren. Wout vervolgt: ‘Er wordt enkel gewerkt met raszuiver stamboekvee, om eventuele gebreken te voorkomen. Met goed materiaal werken kost natuurlijk meer, maar het is ook de enige manier om aan de weg te timmeren. We zijn een van de enige bedrijven in België die met zo’n ras actief zijn en ondertussen zien we dat de interesse groeit, en dat ook de afzetmogelijkheden steeds groter worden: een teken dat we niet zo slecht bezig zijn!’

Een rantsoen op basis van eigen ruwvoeders

Zoals Wout zelf onderstreept, zijn de ruwvoeders waar mogelijk afkomstig van het bedrijf: ‘Kwaliteitsproducten liggen aan de basis van de groei van onze dieren. We hebben er bewust voor gekozen om de rantsoenen vrij eenvoudig te houden. Onze koeien krijgen hoofdzakelijk voordroog omdat het een uitstekende basis vormt en ze op die manier over voldoende eiwit beschikken om de kalveren te laten zuigen. Daarnaast krijgen ze ook snijmaïs. We proberen dit aandeel te beperken zodat de koeien niet te vet worden. Vooraleer ze kalven, schakelen we over naar een rantsoen dat hoofdzakelijk bestaat uit hooi en luzerne.’

De stieren worden ook op het bedrijf afgemest. Wout: ‘Ook hier proberen we de zelfgeteelde ruwvoeders maximaal in te zetten. Naast gehakselde maïs krijgen de stieren bijvoorbeeld ook geplette gerst uit eigen teelt, onze eigen gemalen maïs (CCM) en gehakseld stro. De bedoeling is om de rantsoenen efficiënt te maken en te weten waar de voeders vandaan komen zodat we een perfecte traceerbaarheid kunnen garanderen aan onze afnemers. Het vraagt misschien meer werk, maar in mijn ogen is het zeker de moeite waard.

Eigen mechanisatie loont

Bij Hoeve De Heuvel hebben ze ook bewust gekozen om de meeste veldwerkzaamheden zelf uit te voeren. Wout: ‘We zijn van mening dat wat we zelf doen meestal beter gedaan is. Op dat vlak zetten we de puntjes op de i omdat het gaat over ruwvoeders waar onze dieren een jaar lang van moeten eten. We voeren alle veldwerkzaamheden zelf uit, enkel het maïshakselen wordt aan een loonwerker toevertrouwd. We proberen tegelijk ook zo efficiënt mogelijk te werken omdat het niet echt eenvoudig is om chauffeurs te vinden. Onlangs hebben we bijvoorbeeld een nieuwe perswikkelcombinatie van Göweil in gebruik genomen. Die laat me toe om op mijn eentje te persen en te wikkelen zodat de voordroogkwaliteit steeds optimaal is. Het snijsysteem van deze combinatie geeft ons echt voldoening. Vroeger hadden we soms problemen met de mengwagen, maar deze gewikkelde balen zijn perfect te verwerken. Het gaat zelfs zo ver dat we ondertussen met deze perswikkelcombinatie ook voor andere veehouders uit de streek gaan persen. Bij de keuze van machines geven we de voorrang aan degelijk materiaal en comfort.’

Zoals Wout zelf onderstreept, zijn de ruwvoeders waar mogelijk afkomstig van het bedrijf: ‘Kwaliteitsproducten liggen aan de basis van de groei van onze dieren. We hebben er bewust voor gekozen om de rantsoenen vrij eenvoudig te houden. Onze koeien krijgen hoofdzakelijk voordroog omdat het een uitstekende basis vormt en ze op die manier over voldoende eiwit beschikken om de kalveren te laten zuigen. Daarnaast krijgen ze ook snijmaïs. We proberen dit aandeel te beperken zodat de koeien niet te vet worden. Vooraleer ze kalven, schakelen we over naar een rantsoen dat hoofdzakelijk bestaat uit hooi en luzerne.’

De stieren worden ook op het bedrijf afgemest. Wout: ‘Ook hier proberen we de zelfgeteelde ruwvoeders maximaal in te zetten. Naast gehakselde maïs krijgen de stieren bijvoorbeeld ook geplette gerst uit eigen teelt, onze eigen gemalen maïs (CCM) en gehakseld stro. De bedoeling is om de rantsoenen efficiënt te maken en te weten waar de voeders vandaan komen zodat we een perfecte traceerbaarheid kunnen garanderen aan onze afnemers. Het vraagt misschien meer werk, maar in mijn ogen is het zeker de moeite waard.’

Een aparte verschijning binnen het machinepark van Hoeve De Heuvel is de Fendt 208 die vast aan de mengwagen hangt. Dankzij de beperkte hoogte en breedte van het geheel kan er snel gevoederd worden, terwijl de wendbaarheid niet te evenaren is.

Parthenais verder op de kaart zetten

Hoeve De Heuvel heeft de ambitie om Parthenais bekender te maken. Wout vervolgt: ‘We zien ons Parthenais-vee als een vervanger van Witblauw op langere termijn. De keizersnedes gaan er waarschijnlijk vantussen moeten op termijn. In België wordt er nog niet zoveel over gesproken, maar in Nederland leeft het wel heel erg voor het ogenblik. Wij willen een lengte voorsprong hebben en behouden met een ras dat dicht bij Witblauw aanleunt. Door de opgedane kennis en vakkennis willen we dan ook een bevoorrechte partner worden voor de afzetmarkt, maar ook de handel van Parthenais-vee.’