Een familieproject, een gezamenlijke geschiedenis en gedeelde waarden: het is met deze insteek dat drie neven uit de regio van Mettet de consument benaderen met een bijzonder lokaal product. ‘Les chips de Lucien’ zijn voor 100% een familieaangelegenheid. Thomas, Antoine en Stany hebben het allemaal van hun grootvader meegekregen. Lucien Van den Abeele is altijd […]
Een familieproject, een gezamenlijke geschiedenis en gedeelde waarden: het is met deze insteek dat drie neven uit de regio van Mettet de consument benaderen met een bijzonder lokaal product. ‘Les chips de Lucien’ zijn voor 100% een familieaangelegenheid. Thomas, Antoine en Stany hebben het allemaal van hun grootvader meegekregen. Lucien Van den Abeele is altijd gedreven geweest door landbouw in het algemeen en slaagde erin om zijn passie voor het land door te geven aan de volgende generaties. We ontmoetten Thomas Cnockaert en Antoine Van den Abeele begin juli.
Thomas duidt meteen aan wat hen ertoe bracht om samen te ondernemen: ‘Onze ouders werkten al samen en het was vanzelfsprekend om in deze richting door te gaan. Antoine Van den Abeele en Stany Obin baten samen een akkerbouwbedrijf uit en ik heb mijn eigen akkerbouwbedrijf.’ Jarenlang hebben ze samengewerkt om bieten te rooien, maar Thomas wou de bietenteelt laten varen omdat deze niet voldoende rendabel meer was. Hij vervolgt: ‘We wilden een project ontwikkelen dat ons samen zou brengen. Een project dat ons verhaal zou vertellen, en onze manier van werken en de waarden die we van thuis uit meegekregen hadden in de spotlights zou zetten. Eigenlijk een project dat op ons lijkt.’
‘Verder zou ik willen onderstrepen dat we steeds vaker geconfronteerd worden met agri-bashing, en dat weinig consumenten nog weten waar hun voedsel vandaan komt, laat staan hoe onze teelten eruitzien en wat allemaal nodig is om uiteindelijk iets in de rekken van een grootwarenhuis te krijgen. Tegelijk ontstaat er vaak frustratie bij de akkerbouwers door een gebrek aan controle bij de verkoop van onze producten, op de internationale markt bijvoorbeeld. Het probleem is dat we deze markten moeten volgen als er grotere volumes geproduceerd worden. Een van de uitgangspunten binnen ons project was een inkomen te kunnen garanderen dankzij een faire prijs voor onze producten, zodat we als landbouwer toch onze activiteiten kunnen waarborgen op een langere termijn, zonder de consument te vergeten. Vandaar dat transparantie vandaag de dag ook niet meer weg te denken is. Met al deze bedenkingen in ons achterhoofd hebben we dan beslist om te gaan investeren in de korte keten. En zo is ons verhaal ontstaan. Daarnaast blijft het heel belangrijk om je voortdurend aan te passen aan de markt en aan de vraag van de consument.’
Zodra beslist was dat ze voor de korte keten zouden gaan, bleef de hamvraag over: welke richting gingen onze drie jonge ondernemers uiteindelijk kiezen? Omdat de aardappelteelt een belangrijke teelt was voor de twee bedrijven, leek het vanzelfsprekend om iets rond aardappelen te doen. Thomas vervolgt: ‘We voelden meteen dat de afzet onder de vorm van frieten en dergelijke vrijwel verzadigd was, dus moesten we uitkijken naar iets anders. Een bepaald eindproduct, namelijk chips, sprak ons meer aan dan alle andere opties en zo ontstond het verhaal rond ‘Les chips de Lucien’, met een verwijzing naar mijn grootvader en zijn passie voor de landbouw. Na een marktstudie zijn we in december 2019 met de productie begonnen. We hadden ongeveer dertig klanten en we moesten voor alles zelf zorgen: verwerking, bestellingen, leveringen … De vraag nam heel snel toe en tot onze grote verbazing werden we ook gecontacteerd door grootwarenhuizen als Delhaize, Intermarché en Carrefour.’
Ondertussen zijn ‘Les chips de Lucien’ zowat overal in België en Luxemburg verkrijgbaar. De drie neven hebben ook meteen duidelijkheid geschapen bij de verdeling van het werk. Ieder is verantwoordelijk voor een eigen afdeling en is bovendien zeer autonoom voor het beheer ervan. Thomas: ‘Ik hou me voornamelijk bezig met het commerciële gedeelte en de verdere prospectie, samen met twee werknemers. Mijn neef Antoine is verantwoordelijk voor de techniek en machines, terwijl Stany hoofdzakelijk bezig is met de medewerkers en de juiste organisatie van onze activiteiten. Daarnaast zijn we alle drie betrokken bij de marketing, met de welgekomen hulp van onze respectievelijke echtgenotes. Op deze manier helpen ze ook een handje bij ons project. Daarnaast wil ik nog onderstrepen dat we heel goed begeleid zijn en dat we stapsgewijs willen blijven groeien. Alles op zijn tijd is nog steeds de beste oplossing.’
Bij de ontwikkeling van hun eigen merk chips wilden de drie neven inzetten op kwaliteitsvolle aardappelen als basisproduct, maar ook op een productieproces dat gezondere chips garandeert. Thomas: ‘Bij een lokaal product en korte keten in het algemeen is het zeer belangrijk om kwaliteitsvolle aardappelen te telen. Enkel onze beste aardappelen worden tot chips verwerkt. Dankzij een aangepast productieproces zijn we er bovendien in geslaagd om het vetgehalte aan de buitenkant van de chips met 15% te verminderen. Daarnaast worden deze chips tegen een lagere temperatuur gefrituurd, waardoor de hoeveelheid acrylamide (een organische verbinding die potentieel schadelijk is voor het lichaam) beperkt blijft. Daarnaast gebruiken we uitsluitend natuurlijke kruiden die specifiek fijngemalen zijn voor onze chips. Verder wil ik nog vermelden dat onze chips geen gluten, lactose of conserveringsmiddelen bevatten.’
Voor het ogenblik produceren de drie neven vier soorten chips: paprika, peper en zout, zout en een kruidig mengsel. Dankzij deze troeven hebben de chips alles om de consument te verleiden: ze zijn gezonder, ze worden lokaal geproduceerd en ze zijn op deze manier ‘natuurlijker’ dan de doorsnee chips in grootwarenhuizen.
De drie neven werken samen om chips te produceren en te vermarkten, maar hun respectievelijke akkerbouwbedrijven blijven wel strikt gescheiden, al liggen ze op een boogscheut van elkaar. Naast aardappelen worden er granen, vlas, koolzaad en (behalve bij Thomas) bieten geteeld. Antoine en Stany telen ook nog granen voor de firma Rigaux, een vermeerderaar die ook gevestigd is in Mettet. De drie neven telen al meer dan 10 jaar Lady Claire, een aardappelras specifiek ontwikkeld om chips te produceren.
John Deere is alom vertegenwoordigd wat de tractoren en de maaidorser van Antoine en Stany aangaat, terwijl Thomas voor een maaidorser van New Holland koos. Antoine vervolgt: ‘Samen met Stany heb ik in totaal zes tractoren uit de 6000-, 7000- en 8000-reeks van John Deere. Thomas heeft 6 tractoren, waarvan ook drie met een hoger vermogen. We hebben van oudsher voor dit merk gekozen omdat het betrouwbaar is, de tractoren eenvoudig in gebruik zijn, maar ook omdat onze lokale dealer, de Ets Gravy, bijzonder efficiënt is. De leverancier, de kwaliteit van de machine en de service vormen één geheel, en dat is ook de reden waarom we met Grimme werken voor het aardappelmateriaal en met Ropa voor de integraalrooier. Thomas is op zijn beurt een voorstander van AVR- en Miedema-machines voor de aardappelteelt. We doen alle drie loonwerk met onze eigen machines, maar we kopen geen machines die we op onze eigen akkerbouwbedrijven niet gebruiken. Dat betekent dus dat we bijvoorbeeld geen grootpakkenpers, hakselaar of maaier hebben. Loonwerk laat ons toe om onze machines beter af te schrijven en te doen renderen. Daarbij is onderhoud een belangrijk uitgangspunt. Onze maaidorser bijvoorbeeld is ondertussen 22 jaar, maar werkt nog altijd naar behoren. Het areaal granen krimpt met de jaren om ruimte te maken voor de aardappelteelt die steeds belangrijker wordt, zeker met de nieuwe afzetmogelijkheden.’
Als we de drie neven vragen hoe ze de toekomst zien, hoeven ze niet lang na te denken. Ze willen vooreerst het bestaande aanbod verder uitbreiden, maar ook bioproducten op de markt brengen omdat de vraag vrij groot is voor het ogenblik. Daarnaast beseffen ze dat het ook vrij vlug noodzakelijk zal zijn om de gebouwen en de stockageruimte voor de afgewerkte producten uit te breiden. Thomas vervolgt: ‘Verder willen we ook andere, grotere en/of kleinere verpakkingen aanbieden en denken we er ook aan om onze eigen koolzaadolie te gebruiken om chips te produceren. Op termijn zouden we graag ons aardappelareaal, ongeveer 500 ha, volledig kunnen verwerken. Maar alles op zijn tijd. We gaan al beginnen met een paar verbouwingen en aanpassingen binnen de bestaande gebouwen om de verwerkingslijnen efficiënter te laten draaien, en eens goed nadenken over onze biochips. Ze zullen immers op een volledig gescheiden lijn moeten worden geproduceerd.’