In de streek van Braine-le-Comte is Loonbedrijf Antoine een begrip. Jérôme Antoine, de huidige zaakvoerder, stapte mee in het bedrijf van zijn vader in 2011. Na een schaalvergroting besliste hij verleden jaar om een deel van de machines vaarwel te zeggen om zijn klanten nog beter te kunnen dienen. We gingen hem opzoeken na de […]
In de streek van Braine-le-Comte is Loonbedrijf Antoine een begrip. Jérôme Antoine, de huidige zaakvoerder, stapte mee in het bedrijf van zijn vader in 2011. Na een schaalvergroting besliste hij verleden jaar om een deel van de machines vaarwel te zeggen om zijn klanten nog beter te kunnen dienen. We gingen hem opzoeken na de maïsoogst.
Aimé Antoine, de vader van Jérôme, richtte het loonbedrijf op in 1981. Als landbouwerzoon wou hij in de stiel bezig blijven en zo kocht hij een eerste bietenrooier. Het jaar daarop volgde een eerste maaidorser, en in 1985 kwam dan zijn broer het loonwerk vervoegen. Deze ging zich bezighouden met het hakselen van maïs, het openspreiden van vaste mest en het persen. Deze twee takken zouden apart blijven tot in 2007. Jérôme komt dan in het bedrijf om zijn vader te helpen en neemt de activiteiten van zijn nonkel over. Een vennootschap wordt opgericht zodat alles onder één gezamenlijke koepel valt. De familie Antoine is voornamelijk actief in een straal van circa 30 kilometer rond het bedrijf. Jérôme vervolgt: ‘Alhoewel heel wat landbouwbedrijven met de jaren sterk gegroeid zijn, blijven onze meeste klanten familiale bedrijven, net als wij. Daardoor verstaan we elkaar redelijk goed en ontstaat er wederzijds begrip voor wat de andere doet. In grote lijnen hebben we een trouw cliënteel. Ik verzorg ook het grootste deel van de administratie, samen met mijn vader. Tot nu toe werken we nog altijd met notitieboekjes in elk machine, zodat elke chauffeur eenvoudig kan schrijven wat hij die dag heeft uitgevoerd. Achteraf wordt alles overgeschreven op kantoor zodat we een duidelijk zicht hebben op wat we gedaan hebben. Voor ons is dat een werkbaar systeem.’
De wijde streek rond Braine-le-Comte telt heel wat gemengde landbouwbedrijven, deels met melkvee en deels met vleesvee.
Jérôme: ‘Logischerwijze is onze belangrijkste activiteit dus het hakselen van maïs en voordroog. Daarnaast voeren we ook heel wat stalmest open. Tijdens de zomermaanden blijft de belangrijkste activiteit het dorsen van granen en het persen van stro. In het najaar rooien we bieten. Het zaaien van bieten en maïs behoort ook tot het takenpakket en dit jaar zijn we begonnen met het dorsen van maïs.’
Vier jaar nadat Jérôme mee in het bedrijf kwam, besliste hij om de drie hakselaars van een naburig loonbedrijf over te nemen. Daardoor groeide het bedrijf in één klap aanzienlijk en werd het ook actief in een grotere straal rond Braine-le-Comte. Jérôme: ‘Toen was het in mijn ogen de juiste stap op het juiste moment voor ons bedrijf. Het waren wel hectische tijden. We reden dan met vijf hakselaars om een aanzienlijke oppervlakte te kunnen hakselen. We hebben dat tien jaar volgehouden, maar beetje bij beetje groeide het idee om de zaken anders aan te pakken, steeds met het oog op een betere serviceverlening voor onze klanten.’
Begin dit jaar besloot Jérôme om zijn loonbedrijf te gaan herstructureren. Hij vervolgt: ‘Het is eigenlijk een samenloop van omstandigheden geweest. Een van mijn werknemers was vertrokken, ik wilde hem niet meteen vervangen en bovendien was het bedrijf te groot geworden, waardoor ik omzeggens geen leven meer had. Ik wou eigenlijk terug een beetje back to basics. Alle activiteiten werden behouden, maar twee van de vier hakselaars werden verkocht. Van de twee bietenrooiers blijft er nog eentje over. Wat de maaidorsers aangaat, hebben we onze Laverda’s weggedaan en zijn er New Holland CX’en in de plaats gekomen. Tegelijkertijd ben ik ook een soort samenwerking aangegaan met loonbedrijf Agri Minon uit Braine-le-Château. Die mensen komen bijvoorbeeld een handje helpen voor het hakselen van maïs of om bieten te rooien als we niet kunnen volgen. Deze samenwerking is nog pril, maar geeft me wel heel veel voldoening en rust, terwijl ik nu in staat ben om mijn bestaande klanten nog beter te bedienen. Iedereen heeft er dus baat bij.’
Bij Loonbedrijf Antoine blijven ze trouw aan de bekende huismerken. Jérôme: ‘Wat de tractoren aangaat, vertrouwen we nog steeds op New Holland. Omdat we destijds Fiat-klanten waren, hebben we de laatste vier T7’s in terracottabruin laten spuiten. De hakselaars komen traditiegetrouw van bij Claas, de maaidorsers zijn nu allemaal van New Holland, terwijl de persen van Claas en New Holland zijn. Onze drie bulls zijn van JCB en voor de zaaimachines vertrouwen we nog steeds op Monosem. De laatste vier aangeschafte tractoren zijn uitgerust met een traploze transmissie. We hebben dat niet echt nodig, maar ik vond dat het wel een meerwaarde bood, zeker bij het persen. En als je nieuw koopt, kan je beter de recentste technologie nemen. Deze tractoren worden grotendeels ingezet om maïs te vervoeren, te persen en vaste mest open te voeren. De hefinrichting gebruiken we eigenlijk nooit. Om praktische redenen hebben we de heflatten dus afgebouwd. En gps-systemen bieden geen meerwaarde op ons bedrijf. Enkel bij het zaaien van bieten en maïs zouden ze een toegevoegde waarde kunnen betekenen. Maar vermits we verder geen zaai- of spuitwerkzaamheden uitvoeren, is een dergelijke investering niet echt rendabel voor ons.’
De familie Antoine werkt van oudsher voornamelijk met drie dealers uit de streek: Lieds, Cornil en Keymolen. Voor Jérôme is het belangrijk om niet te ver te moeten lopen en om over een goede service te kunnen beschikken. ‘Naverkoopdienst wordt steeds belangrijker met de huidige machines en ik moet zeggen dat deze drie dealers echt hun best doen. Van onze kant proberen we zo correct mogelijk te handelen. Wat we zelf aankunnen, doen we uiteraard zelf en voor de rest doen we beroep op hen. Na het hakselen worden de maïshakselaars bijvoorbeeld gereinigd en gedemonteerd. We zetten dan alles netjes klaar en de dealer komt een kijkje nemen om te zien welke slijtstukken aan vervanging toe zijn. We bestellen vervolgens de nodige wisselstukken en proberen zoveel mogelijk zelf te monteren. De dealer komt nog eens kijken als we iets niet gedaan krijgen. Deze manier van werken geeft mij voldoening en maakt het ook mogelijk om de kosten te beperken. Ondertussen kennen we onze machines ook door en door, wat natuurlijk altijd een pluspunt is tijdens het seizoen.’
Als we Jérôme vragen hoe hij de komende jaren ziet, is hij van mening dat loonwerk nog een toekomst heeft. Hij vervolgt: ‘Het is altijd al een moeilijk beroep geweest, maar als ik in mijn eigen streek zie dat heel wat loonwerkers op termijn geen opvolger hebben, denk ik wel dat onze toekomst rooskleuriger gaat zijn dan de laatste jaren, op voorwaarde dat je je kosten durft berekenen en kennen. De afgelopen 15 jaar zijn heel wat grotere loonbedrijven hier in de streek gestopt, alhoewel ze allemaal werk hadden. Het voornaamste blijft, zoals bij elk bedrijf, dat je je eigen grenzen kent en dat de klanten steeds op de eerste plaats komen. Elk jaar organiseren we bijvoorbeeld een opendeurdag in de maand juni. Op deze manier kunnen we al onze klanten verwelkomen en houden we contact met iedereen in een ongedwongen sfeer. Door de jaren heen is het voor veel mensen een niet te missen afspraak geworden, en wij kijken er ook steeds naar uit!’