Loyaliteit en een goede service gaan hand in hand in Landen

27 september 2021

In het mooie, rustige Landen ligt het loonwerkbedrijf van de familie Steenwinckels. De zaak wordt gerund door Jean en zijn zoon Jeroen. Zij twee staan samen in voor de veldwerkzaamheden. De administratie laten ze met veel plezier over aan Linda, de vrouw van Jean. We hadden begin augustus met hen afgesproken op het industrieterrein van […]

In het mooie, rustige Landen ligt het loonwerkbedrijf van de familie Steenwinckels. De zaak wordt gerund door Jean en zijn zoon Jeroen. Zij twee staan samen in voor de veldwerkzaamheden. De administratie laten ze met veel plezier over aan Linda, de vrouw van Jean. We hadden begin augustus met hen afgesproken op het industrieterrein van Landen, de uitvalsbasis van hun loonbedrijf. Rond die periode stonden ze – net als de meeste landbouwers en loonwerkers – stil door de hevige regenval.

Jean Steenwinckels: ‘Een loonwerkbedrijf op een industriezone komt zelden voor, maar onze verhuis naar hier in 2001 was een van de beste keuzes die we de voorbije jaren gemaakt hebben.’

Met de paplepel

Jean mocht als klein jongetje al snel van het boerenleven proeven. Bij hem thuis in Hoegaarden hadden ze een gemengd bedrijf waar hij al snel de smaak te pakken kreeg.

Jean: ‘Vanaf mijn 16 jaar voelde ik meer de drang om op het veld te zitten dan op de schoolbanken. Ik nam al vlug de beslissing om de school te stoppen en op de boerderij van mijn ouders te gaan werken. Daarnaast ging ik af en toe in de drukke seizoenen werken bij een loonwerker die vriend aan huis was. Ik voelde al op jonge leeftijd welke richting ik wilde uitgaan. Mijn broer nam het ouderlijke bedrijf over waardoor dat voor mij geen optie meer was. Na het overlijden van mijn broer is de boerderij definitief gestopt. Sinds mijn huwelijk werkte ik in een fabriek te Landen in een ploegensysteem. Maar ik nam ook onbetaald verlof om bij een plaatselijke loonwerker te gaan meedraaien. Van deze loonwerker Lefèvre zou ik later de zaak overnemen.’

Jeroen Steenwinckels: ‘Op achtjarige leeftijd kon je mij in de weekends en vakanties al op het bedrijf vinden. Ik deed het enorm graag, dus niet met de handboeien om (lacht). In het hoger secundair onderwijs heb ik Economie-Moderne talen gevolgd omdat ik vlot studeerde. Zowel mijn ouders als ikzelf vonden het belangrijk om breder te kunnen kijken. Ik ben dan verder gaan studeren aan de hogeschool in Leuven voor een bachelor Accountancy en marketing. In mijn tweede jaar nam ik de beslissing om ermee te stoppen: thuis wachtte er veel werk op mij en de interesse in school verdween langzaam.’

TractorPower: ‘Wanneer is jullie loonbedrijf gestart?’

Jean: ‘Officieel was dat in het jaar 1998. Ik was zelf op dat moment 40 jaar. Het loonbedrijf waar ik toen voor en na werkte, was over te nemen. Ik heb toen mijn spaargeld bij elkaar geschraapt om te investeren en de zaak te kunnen overnemen. Het bedrijf was toen nog klein in vergelijking met nu. Ik startte met één bietenrooier en drie maaidorsers. Allemaal machines die ik van de vorige eigenaar had overgenomen. Twee jaar later stopte er in de buurt een ander loonbedrijf met twee broers die vooral maïs hakselden. Dat was voor ons de ideale gelegenheid om te starten, wel met een oude hakselaar. Doordat de vele investeringen elkaar kort opvolgden, werkten wij destijds met tweedehandsmaterieel. Ondertussen zijn we fier op waar we nu staan op dat vlak.’

Hetzelfde werk … andere locatie

Jean: ‘Ik heb tot drie jaar na de overname een loods gehuurd van de vorige eigenaar. We zaten toen in een dorpskern waar je steeds rekening moet houden met alles en iedereen. Dat deed ons verhuizen naar een locatie met meer ruimte op een industrieterrein waar iedereen zijn ding doet. De aankoop van industriegrond en het bouwen van de loods is echt wel de beste beslissing die we ooit genomen hebben. Het enige nadeel is dat ons huis niet naast de loods staat, maar tegelijk is dat ook een voordeel. Op het einde van de werkdag trek je gewoon de deur dicht en rij je naar je privéwoning, en dat geeft rust in het hoofd.’

Vaste merken, vaste waarden

Wanneer we de loods binnenstappen, staan we voor een rij van 9 imposante New Holland T7.260-trekkers waarvan 4 traploze en 5 powershifts. Ook voor de andere machines blijven ze in Landen trouw aan een merk eens ze er tevreden over zijn.

Jean: ‘We hebben één trekker die net iets meer opvalt dan de andere door zijn speciale Lamborghini-kleur. We kiezen steeds weer voor de T7 van New Holland omdat we om de hoek onze dealer hebben en je met dit type letterlijk alles kan doen, zowel grote als kleine werken. Verder hebben we nog 4 silagewagens met een drieasser erbij. Wij hakselen heel veel maïs en gras bij grote melkveehouders in de buurt. Je moet het aangepaste materieel hebben om een goede service te kunnen bieden.’

Service na verkoop

Jean: ‘Voor service en technische ondersteuning kunnen we steeds terecht bij Van Haute voor onze maïshakselaar en de rondebalenpersen. Dewa is hofleverancier voor onze silagewagens en Keymolen voor onze JCB-machines. Voor de maaidorsers en tractoren kunnen we terecht bij New Holland-dealer Van Ceulebroeck. Service na verkoop is het allerbelangrijkste, want wanneer je ergens in panne staat in het midden van een seizoen wil je op je dealer kunnen rekenen. Wanneer we ergens tevreden zijn, gaan we ook naar die dealer terug voor een nieuwe machine. We zijn niet het type bedrijf dat overal gaat discussiëren over de prijs. Als het goed is, is het goed en dan heb je geen problemen om hiervoor net iets meer te betalen.’

Iedereen zijn eigen job

Jean: ‘In het bedrijf heeft iedereen zijn eigen sterktes waar we maximaal op inzetten. Linda, mijn vrouw, doet vooral de administratie en zij speelt kort op de bal. Ze is hier elke dag een aantal uren mee bezig zodat we een goed zicht hebben op wie er betaald heeft en wat er nog betaald moet worden zoals de lonen van het personeel bijvoorbeeld. Zet mij maar in het veld of in de loods. De planning nemen Jeroen en ik dan voor onze rekening. Maïs zaaien en dorsen doet Jeroen. Iedereen heeft zijn taak en zo zijn we op elkaar ingespeeld.’

Goede afspraken maken goede vrienden

Jean: ‘We merken wel dat de boeren van de nieuwe generatie meer structuur in hun bedrijf hebben gebracht. De tijd van ‘Hallo, kan je nu komen?’ is voorbij. In de regel bellen ze ons een week op voorhand en dat maakt het voor ons veel makkelijker om een goede planning op te stellen.’

Personeel

Jean: ‘We hebben twee vaste krachten en een aantal flexi’s die meerijden in het seizoen wanneer het nodig is. Het fijne is dat we steeds op dezelfde mensen kunnen rekenen. Sommige komen hier zelfs al twintig jaar. We zoeken wel nog een goeie vaste werknemer. Zo een goed element vinden loopt vaak vast op het feit dat ze soms in de weekends moeten werken en in de drukke seizoenen lange dagen kloppen. Ook de lage lonen in de sector zijn niet zo interessant. Loonwerk is en blijft een seizoensgebonden aangelegenheid en daar zijn we ons van bewust. In de winter doen we het volledige onderhoud van onze machines. Enkel bij specifieke software-ingrepen of bij foutmeldingen gaat de machine naar de dealer om een software-aanpassing te doen of de foutmelding recht te zetten. Daarvoor is er immers hun service na verkoop.’

TP: ‘Hoe hebben jullie het afgelopen anderhalf jaar ervaren?’

Jean: ‘We hebben het geluk gehad dat onze sector is blijven draaien. Zelfs voor onze wisselstukken hebben we geen hinder ondervonden. Enkel bij de bestelling van onze laatste T7-trekker hebben we enkele maanden langer moeten wachten dan voorzien. We hadden onze vorige trekker zelf verkocht waardoor de koper hem onmiddellijk was komen ophalen. Die afgelopen maanden hebben we ons dan moeten depanneren met wat we hadden, maar dat is goed gelukt.’

TP: ‘Hebben jullie naast het loonwerk nog voldoende tijd voor jullie zelf?’

Jean: ‘Ik ben naast loonwerker ook al twintig jaar voorzitter van de nationale loonwerkersvereniging en daarbij ben ik verantwoordelijk voor Vlaanderen. Ongeveer zes keer per jaar vergaderen wij op vaste momenten in het jaar. Vroeger moesten we naar Brussel terwijl we nu door corona al een tijdje online alles kunnen meevolgen. Verder ben ik ook aangesloten bij een wielerclub. Wanneer er voldoende tijd is, ga ik mee een rondje fietsen. Dit is voor mij een uitlaatklep. Ik doe het enorm graag naast het loonwerk, maar mijn eigen zaak gaat natuurlijk altijd voor.’

Jeroen: ‘Ik ben nog jong en wil natuurlijk ook de leuke kanten van het leven meepikken. Soms is het wel moeilijker, zeker als de mensen in je omgeving leuke dingen doen terwijl je zelf aan het werken bent. Verder bestaat mijn vriendengroep waarmee ik op stap ga vooral uit mensen die niet uit de landbouw afkomstig zijn. Ergens is dat ook niet erg want dan kan je je werk echt thuislaten. ’

Toekomstgericht

Jean: ‘Ondertussen ben ik reeds 63 jaar, maar het woordje stoppen staat nog niet in mijn woordenboek. Ik merk dat bij vrienden vaak gepraat wordt over het pensioen en dat ze er echt naar uitkijken, maar ik heb het gevoel nog even te kunnen doorgaan. We merken wel dat meer en meer boeren bepaalde werkjes in eigen handen nemen. We zijn in onze job afhankelijk van de boeren. We zien dat zaken veranderen door de problematiek met de vergunningen. Maar zo lang ik kan, zal ik met plezier met de trekker rijden.’

Jeroen: ‘Het loonwerk bepaalt grotendeels je leven. Het is niet evident om een sociaal leven, laat staan een relatie, op te bouwen. Op dit moment in mijn leven is dat ook wel echt een belangrijke factor. Ik denk dat alle loonwerkers wel goeie en minder goeie dagen hebben. We zijn benieuwd hoe de sector verder evolueert en kijken naar wat de toekomst brengt.’