Op woensdag 27 september 2023 om 8u vond een Wake-up call plaats van Fedagrim, federatie van de landbouwmechanisatie en stallenbouw en staltoebehoren. Uit het pleidooi blijkt dat de toeleveringssector reeds grote gevolgen voelt van de huidige stikstofimpasse. Het voorstel van decreet zoals het nu gekend is biedt geen soelaas. Vandaar het pleidooi van Fedagrim om […]
Op woensdag 27 september 2023 om 8u vond een Wake-up call plaats van Fedagrim, federatie van de landbouwmechanisatie en stallenbouw en staltoebehoren. Uit het pleidooi blijkt dat de toeleveringssector reeds grote gevolgen voelt van de huidige stikstofimpasse. Het voorstel van decreet zoals het nu gekend is biedt geen soelaas. Vandaar het pleidooi van Fedagrim om de proefstalregeling los te koppelen van het stikstofdecreet en dit sneller uit te rollen. Getuigenissen van Fedagrimleden staven dit verhaal.
Om 8u stipt verzamelden stallenbouwers, leveranciers van melkmachines, betrokken politici en journalisten bij Cobefa te Komen voor de wake-up call van Fedagrim. Ondanks het vroege uur waren de geïnteresseerden talrijk op post en zeer aandachtig.
Johan Colpaert, voorzitter van Fedagrim opende kort met een intro waarna Hans Verstreken, coördinator Federatiewerking het woord nam. Als eerste kwam het nieuwe economisch dossier aan bod. Dit jaar een katern specifiek toegespitst op de toelevering aan de veeteeltsector. De resultaten waren echter ontnuchterend. De stikstofproblematiek toont dat ondanks interessante marktprijzen voor melk in 2022 of goede varkensprijzen van het moment de investeringsbereidheid zeer laag is. Het machinepark en de infrastructuur is op een sneltempo aan het verouderen om wille van een rem op de investeringen. Een rem op de investeringen zorgt voor een opwaartse prijsdruk die we op dit ogenblik kennen door een hoge voedselinflatie. Een oorzaak-gevolg verband dat te weinig belicht wordt.
Op het terrein blijkt dat de vernieuwingsratio van melkinstallaties zo laag ligt, dat het 47 jaar zou duren om aan het huidige tempo alle installaties te vernieuwen. Een termijn die uiteraard niet realistisch is en die toont dat de landbouwer een zeer afwachtende houding aanneemt. We zien sinds een tweetal jaar ook terug een schaalverkleining. De nieuwe installaties zijn gemiddeld kleiner en ook verhouding van kleine melkkoeltanks versus grote melkkoeltanks evolueert naar meer kleinere tanks. De bouwkosten voor een nieuw stalproject blijken ook sterk gestegen. De afschrijvingen stegen met 75% ten opzichte van 2019. Deze stijging is nog net te compenseren met de melkprijs maar dan moet men alle andere gestegen kosten voor de landbouwer buiten beschouwing laten. Bijgevolg zijn nieuwe projecten zeldzaam.
Tijdens de uiteenzetting werd er ook verwezen naar het verhaal van Schiermonnikoog. Daar heeft men een reductie van 38% melkvee gerealiseerd. Nu blijkt na een aantal jaren dat dit geen significante daling in de stikstofdepositie te weeg bracht. Uit de modellen blijkt dat de daling van het melkvee wel degelijk een effect had maar dat andere emissiefactoren buiten de landbouw er voor zorgden dat het resultaat een status quo was. Zo blijkt meer dan eens dat het stikstofprobleem een maatschappelijk probleem is dat niet enkel oorzaken vind in de landbouwsector.
In schiermonnikoog werd het dalend aantal dieren gecompenseerd door een inzet op de korte keten om de rendabiliteit van het landbouwbedrijf te verzekeren. Wanneer we dit voorbeeld doortrekken naar de gehele sector zal een knip in de productie de problematiek van de stijgende voedselprijzen alleen maar verder aanjagen.
Het voorstel van decreet omtrent stikstof zoals neergelegd in het parlement werd eveneens toegelicht. Er werd al snel duidelijk dat een groot aantal onnauwkeurigheden er voor zorgen dat het decreet veel verregaander is dan het politiek akkoord van maart 2023. Het probleem van een vaste drempel voor een sector blijft onaangeroerd en strengere bronmaatregelen voor rundveesector werden al aan de kaak gesteld. Het werd eveneens duidelijk dat een sectorale doelstelling rond de reducties van de varkensstapel een harde doelstelling wordt. De problematiek van de zoekzones voor extra natura 2000 gebieden blijft in het voorstel eveneens de piekbelasters ernstig benadelen.
Voor de sector zelf blijft dit voorstel ook te vaag omtrent een proefstalregeling of ’testtechniek’- regeling zoals vermeld in het decreet. Het enige duidelijke, een harde deadline van 5 jaar voor een testtechniek is onrealistisch. Als sector van stallenbouw en staltoebehoren is het duidelijk dat de uitwerking hiervan een absolute prioriteit moet kennen. Het innovatieve karakter wordt gefnuikt door een helder kader. Het pleidooi kwam dan ook om dit los te koppelen van het stikstofdecreet en een eigen decreet uit te werken om de proefstalregeling zo snel mogelijk te realiseren. Hierbij vragen we ook aandacht voor renovaties om AEA-technieken snel hun weg naar de praktijk te laten vinden.
Getuigenissen van Fedagrim-leden
Ten slotte kwamen er een aantal getuigenissen van Fedagrimleden. Gea stelde kort haar Manure Enricher voor als oplossing. Door het verrijken van de mest worden de emissies geneutraliseerd en krijg je een hoogwaardig bemestingsproduct als resultaat. De Renure dossier en de goedkope kunstmest op basis van fossiele brandstoffen zorgen voorlopig voor de grootste struikelblokken. Lieven Delbaere van Lely gaf een pakkende getuigenis over de problemen die hij ervaart om registratiesystemen voor mestrobots en de Lely Sphere gevalideerd te krijgen. Het eerste dossier sleept al aan van in 2019. Het tweede is een nieuwe indiening bij het AT en WeComV en kan hopelijk op een vlottere behandeling rekenen. Als afsluiter kwam Jeroen De Cock van Cobefa aan het woord. Als gastheer sloot hij de wake-up call af met zijn getuigenis over het ingediende dossier voor een emissie-arme roostervloer. De ingediende meetplannen opgesteld volgens procedures uit 2021 worden op dit ogenblik niet aanvaard om de reducties te meten. De laatste nieuwe wetenschappelijke inzichten tonen steeds weer hoe moeilijk het is een stal correct uit te meten waardoor nieuwe technieken hun werking niet kunnen tonen. Hierdoor zijn de kleinere Belgische KMO’s die in de sector actief zijn gedwongen om zich toe te leggen op andere producten. Met als finaal resultaat dat de sector van de stallenbouw op dit ogenblik een braindrain en verlies aan expertise kent.
Hieronder vindt u de link naar de economische analyse en de presentatie die gebruikt werd tijdens de uiteenzetting.