Een traploze trekker en aanhangwagen met alleen de rijhendel afremmen kan gevaarlijk zijn. Een oplossing hiervoor zijn automatisch geactiveerde trailerremmen. BLT Wieselburg heeft daarom het remgedrag van traploze trekkers met opleggerremmen onderzocht. Waarover gaat het? We hebben er geen exact Nederlands woord voor en om makkelijk te werken zullen we het gewoon ‘trailerrem’ noemen. Dat […]
Een traploze trekker en aanhangwagen met alleen de rijhendel afremmen kan gevaarlijk zijn. Een oplossing hiervoor zijn automatisch geactiveerde trailerremmen. BLT Wieselburg heeft daarom het remgedrag van traploze trekkers met opleggerremmen onderzocht.
We hebben er geen exact Nederlands woord voor en om makkelijk te werken zullen we het gewoon ‘trailerrem’ noemen. Dat is een rem die bij aanhangwagencombinaties via de luchtdrukremmen enkel op de aanhangwagen of oplegger werkt. De rem werkt daardoor onafhankelijk van het trekkend voertuig of het remsysteem ervan. De bediening van de strekrem gebeurt in de cabine via een eigen, geleidelijk regelbare hendel.
Als de rijsnelheid van een combinatie van trekker met continu variabele transmissie en aanhangwagen wordt verlaagd met de rijhendel of het gaspedaal, dan duwt de aanhangwagen (kipper, opraapwagen, mengmesttank, mestverspreider, balenpers enzovoort) op de trekker zonder te remmen. Er bestaat een risico dat de trekker-aanhangercombinatie in schaar komt, wat tot ongevallen kan leiden. Hoe hard de aanhangwagen duwt, hangt af van de vertraging van de transmissie van de trekker. De vertraging kan op de meeste tractoren met continu variabele snelheid vooraf worden ingesteld. Als de transmissie van de trekker heel sterk vertraagt, kunnen de wielen van de trekker blokkeren en kan de aanhanger de trekker in een schaar duwen. De impact hiervan hangt nauw samen met de belasting van de aanhanger, het wegdek en het rijmanoeuvre. Om dit probleem te voorkomen, bieden trekkerfabrikanten diverse oplossingen in de vorm van trailerremsystemen aan.
Er zijn drie manieren om de trekker en aanhanger in lijn te houden. Een van de manieren om de trekker-aanhangwagencombinatie strak in lijn te houden, bestaat erin om de vertraging van de transmissie van de trekker automatisch te verminderen wanneer de aanhangwagen op de trekker duwt. De remmende werking van de trekker wordt dan verminderd en de bestuurder wordt aangezet om met de gewone bedrijfsrem af te remmen wanneer de trekker sneller gaat rijden.
Een andere manier om de traploze trekker-aanhangwagen- combinatie in lijn te laten remmen, is het rempedaal en het gaspedaal ‘tegelijk’ bedienen. Hier moet de bestuurder de snelheid constant houden met het gaspedaal of een beetje gas geven en tegelijkertijd met de andere voet op de rem trappen. Daarbij probeert de trekker – tegen de remmen van de oplegger in – een constante snelheid aan te houden, waardoor de trekker- aanhangwagencombinatie terug in lijn loopt. Dit werkt alleen als de bestuurder goed is opgeleid voor deze manier van werken. Voor onervaren of ongetrainde bestuurders is dit remmanoeuvre onmogelijk of moeilijk uit te voeren. De reactietijd is immers te lang en het doseren van de remkracht met de ‘linkervoet’ vergt veel oefening.
Een andere mogelijkheid om de traploze trekker-aanhangwagen- combinatie strak te houden, is de automatische trailerrem. Die werkt onafhankelijk van de bedrijfsrem van de trekker en heeft alleen invloed op het remsysteem van de aanhangwagen. Een afzonderlijke regeleenheid controleert motor- en transmissiesignalen en detecteert ‘of de aanhanger in de trekker duwt’.
Als dit het geval is, stuurt het systeem een signaal naar het aanhangwagenremventiel van de trekker en wordt de aanhangwagen progressief afgeremd. Op die manier wordt de trekker-aanhangwagencombinatie strak gehouden, wordt ongeremd oplopen van de aanhangwagen op de trekker voorkomen en wordt voorkomen dat trekker en aanhanger in schaar komen te staan. Deze automatische trailerrem kan ook worden geïnstalleerd op trekkers met verschillende transmissievarianten, dit wil zeggen ook op handgeschakelde transmissies.
De Tractor Mother Regulation (of EU-verordening 167/2013) bepaalt dat de rem van de aanhangwagen alleen automatisch en onafhankelijk van de trekker mag worden bediend. Mechanische reminrichtingen, die in het verleden gebruikelijk waren, zijn in de toekomst verboden. Een automatische trailerrem is nuttig in de volgende rijsituaties: bergafwaarts rijden (onbedoelde versnelling wordt voorkomen), draaien op kruispunten, het oprijden van rotondes, en offroad rijden over de helling en zo bergafwaarts.
Als de aanhanger tijdens langere ritten bergaf voortdurend wordt afgeremd door de automatische rem, dan kunnen de remmen oververhit raken en zal het remeffect afnemen. Dit probleem wordt door de trekkerfabrikanten ondervangen door een lagere remdruk of door de trailerrem pulserend te laten remmen. Dit betekent dat de rem van de aanhanger met tussenpozen van vijf seconden wordt ingeschakeld. Dit zorgt voor een vertraging, maar voorkomt dat de remmen oververhit zouden raken.
In het kader van een onderzoek werden twee verschillende trailerremsystemen getest: een automatische trailerrem, en het prototype van een automatische trailerrem gecombineerd met extra manuele bediening. Hoewel de handmatige bediening van de rem volgens EU-verordening 167/2013 niet is toegestaan, combineerde deze fabrikant voor testdoeleinden de handmatige met de automatische bediening. Het voordeel van handmatige bediening is dat de bestuurder intuïtief kan reageren op de desbetreffende rijsituatie en reeds vóór het oprijden van de rotonde, vóór de voorgenomen bocht of vóór de afdaling de rem kan ‘aantrekken’ om de combinatie preventief ‘recht te trekken’. Dit kan zonder het risico dat de aanhangwagen in het gat van de trekker duwt of de combinatie zou knikken.
Deze automatische trailerrem met extra manuele bediening is momenteel nog niet goedgekeurd, maar tijdens de proefnemingen bleek ze aanzienlijke voordelen te bieden ten opzichte van de zuiver automatische trailerrem.
In Fig. 1 werd de trailerrem permanent met de hand ingeschakeld door middel van een tuimelschakelaar op een vlak wegdek. Na twaalf intervalremmanoeuvres van elk vijf seconden werd het remproces automatisch onderbroken.
Fig. 1: Duwkracht van de aanhanger bij een intervalschake- ling van de trailerrem
In dit testscenario wordt de reminrichting op een vlakke weg permanent met de hand ingeschakeld door middel van een tuimelschakelaar (intervalremmen).
Achtereenvolgens moet de bestuurder het rempedaal intrappen om af te remmen. Pas daarna kan de noodrem opnieuw worden geactiveerd voor 12 remoperaties. Intervalremmen en het stoppen van het remproces na een bepaald aantal remhandelingen vermindert het risico van oververhitting van de remmen van de aanhangwagen.
Uit Fig. 1 is indirect af te leiden dat de remmen warmer worden naarmate de remduur toeneemt. Dit is merkbaar aan een afnemende remkracht van de aanhangwagen en een toenemende rijsnelheid. Indien de aanhangwagen permanent zou remmen en de rem niet met tussenpozen zou worden gelost, dan zouden de remmen in zeer korte tijd oververhit raken en zou het remeffect aanzienlijk afnemen.
De sterkte van de remkracht van de aanhangwagen is afhankelijk van de remdruk in het remsysteem en het type remkrachtregeling (antiblokkeerregeling of handmatig instelbare remkrachtregelaar).
Het ingestelde vertragingsniveau van de transmissie wordt in de meeste gevallen niet opgemerkt door een andere bestuurder bij het wisselen van bestuurder. De hogere vertragingsniveaus hebben bij sommige trekkers tot gevolg dat zij een bijzonder progressieve vertraging van de transmissie en dus een sterk remmend effect hebben bij snelheden onder circa 10 km/u. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij het rijden op hellingen in slecht terrein, waardoor de wielen blokkeren.
Het remeffect van de automatische trailerrem is afhankelijk van de regeldruk van de trekker naar de aanhangwagen. Bij de testtrekkers had trekker A een regeldruk van 2,4 bar en trekker B stond op 1,2 bar. Beide waren met transmissie-vertragingsniveau 3 ingesteld. Ondanks hetzelfde transmissie-vertragingsniveau hoeft het vertragingseffect van de trekkers niet identiek te zijn. Dit was te zien aan de drukkracht van de aanhangwagen op de trekker (zie Fig. 2). Trekker A (zonder trailerrem) had vanaf het begin een constant hoog en gelijkmatig vertragingseffect. Trekker B (zonder trailerrem) vertoonde een zwakke vertraging aan het begin en een steeds sterkere progressieve vertraging naar het einde van het remproces toe. De automatische trailerrem met een regeldruk van 2,4 bar (trekker A) gaf een aanzienlijk beter remeffect dan die met 1,2 bar (trekker B).
Fig. 2: Duwkracht van de aanhangwagen in bochten
De maximale oploopkrachten van de aanhangwagen met trekker A en B, zonder en met trailerrem, bij het afremmen met behulp van de rijhendel in bochten.
Automatische trailerremmen zijn een goede manier om de onbedoelde oploopkrachten van de aanhangwagen op traploze trekkers tot een minimum te beperken of te voorkomen dat de combinatie in schaar gaat. Volgens de resultaten van de tests zou een handmatige bediening van de trailerrem een nuttige aanvulling zijn om de veiligheid te vergroten, maar dit is niet toegestaan volgens Verordening EU 167/2013. De doeltreffendheid van een automatische remming is afhankelijk van de remdruk van de aanhangwagen en de vertraging van de transmissie van de trekker.