Veehouder Jonathan De Cock uit Wolvertem gaat geen uitdaging uit de weg

2 december 2021

Veehouders worden meer en meer in een hoekje geduwd door de nieuwe aangekondigde C02-regels in België. Onlangs werd op het nieuwe klimaatplan bekendgemaakt dat men de veestapel met 40% wil verminderen, een shock voor boeren die elke dag met passie en liefde hun job uitoefenen. Veel boeren voelen zich met de vinger gewezen terwijl andere […]

Veehouders worden meer en meer in een hoekje geduwd door de nieuwe aangekondigde C02-regels in België. Onlangs werd op het nieuwe klimaatplan bekendgemaakt dat men de veestapel met 40% wil verminderen, een shock voor boeren die elke dag met passie en liefde hun job uitoefenen. Veel boeren voelen zich met de vinger gewezen terwijl andere sectoren blijkbaar de dans ontspringen. Hoe kijkt een jonge veehouder naar de toekomst? We gingen voor deze reportage langs bij Jonathan De Cock, een veehouder uit het Vlaams-Brabantse Wolvertem. Hij heeft bewust gekozen om niet te snel te groeien en is momenteel bezig met het duurzaam fokken van een ras waarbij men zowel melk als kwaliteitsvlees kan afleveren als eindproduct.

TractorPower: ‘Hoe is je passie voor landbouw ontstaan?’

Jonathan De Cock: ‘Ik zou zeggen dat ik ermee geboren ben. Mijn grootouders, zowel langs vaders als moeders kant, hebben altijd een boerderij gehad. Op achttienjarige leeftijd nam mijn vader de boerderij van zijn vader over en wat later leerde hij mijn moeder kennen wier ouders ook een boerderij hadden. Samen namen ze dan de rundveetak op de boerderij van moederskant over. Kort na de overname werd mijn vader langdurig ziek. Tijdens mijn tweede jaar op de hogeschool overleed mijn vader. Mijn moeder en ik hebben nadien altijd verder geboerd op beide locaties. Ik deed dit voor en na mijn uren tijdens mijn studies en mijn andere job.’

‘In 2007 behaalde ik mijn diploma in bedrijfsmanagement met specialisatie accountancy. Ik werkte de eerste vijf jaar als landbouwconsulent/boekhouder bij SBB. Mijn vrouw en ik waren op dat moment bezig met bouw- en gezinsplannen waardoor het onmogelijk was geworden om deze job nog te combineren met de boerderij. Toen heb ik de beslissing genomen om mijn job bij SBB stop te zetten en mij volledig te focussen op de boerderij. In 2014 voelde ik de nood om meer onder de mensen te zijn. Ik voelde dat ik mezelf een beetje aan het ‘beperken’ was en had weer nood aan een nieuwe uitdaging.’

TP: ‘Waar kwam je toen terecht?’

Jonathan: ‘Ik werk sinds 2014 als freelancer voor het bedrijf ‘Isagri’. Dit is een bedrijf dat zich specialiseert in agrarische software. Mijn job bestaat vooral uit het geven van cursussen aan nieuwe gebruikers. Toen was het bedrijf nog beperkt aanwezig in België, ondertussen zijn we met een groep van 11 Nederlandstalige en 6 Franstalige freelancers die de verkoopafdeling van 5 personen ondersteunt. Ik ben er terechtgekomen via de aankoop van een van de producten van het bedrijf. Het voordeel is dat je als klant enkel consulenten over de vloer krijgt die ervaren gebruiker zijn van het product. De oprichter is ook een boerenzoon die vanuit een universitair project gestart is met agrarische software. Iemand die weet hoe de stiel in elkaar zit. Dat trok mij wel aan om voor dit bedrijf te werken. Zes jaar geleden zijn ze hier ook met een weerstation begonnen.’

Engagement voor de landbouw

Jonathan: ‘Daarnaast kon je mij de afgelopen jaren terugvinden bij de Groene Kring als voorzitter van de werkgroep Melkvee. Mijn taak was onder meer om de jonge melkveehouders te vertegenwoordigen bij de sectorvakgroep Melkvee van de Boerenbond. Ondertussen ben ik jammer genoeg te oud om nog bij de Groene Kring te zitten. Maar ik heb nog enkele andere syndicale engagementen omdat ik hou van meer achtergrondinfo en ervan overtuigd ben dat we van ons moeten laten horen als we iets willen veranderen.’

TP: ‘We zagen dat je vooral samenwerkte met je moeder, is er interesse van je eigen gezinsleden voor de landbouw?’Jonathan: ‘Ze steunen mij natuurlijk wel, maar echt vast helpen doen ze niet. Mijn vrouw staat in het onderwijs en heeft daar haar handen echt mee vol. Het is eentje die zelfs in het weekend alles tot in de puntjes aan het voorbereiden is waardoor haar vrije tijd al beperkt is. Onze kinderen Felien (9) en Floris (6) zijn nog wat jong om echt taken over te nemen op de boerderij. Maar zo nu en dan lopen ze wel met mij mee en steken ze ook de handen uit de mouwen. Het is voor mij vooral belangrijk dat wanneer ze iets doen, ze dat ook graag doen. Iedereen moet zijn eigen weg gaan. Als ik hulp of vervanging nodig heb, schakel ik de hulp in van Werkers Agro Bedrijfshulp.’

Werkers Agro Bedrijfshulp

Jonathan: ‘Heel wat boeren en zelfstandigen hebben een verzekering voor een gewaarborgd inkomen, maar als boer moet je wel zorgen dat je productieapparaat blijft draaien en het levend kapitaal op je bedrijf niet onder je afwezigheid lijdt. De financiële schade die je dan zou kunnen oplopen, is een veelvoud van een gewoon gezinsinkomen. Bij Werkers Bedrijfshulp kan je als het ware de continuïteit van je bedrijf laten verzekeren. Een team van gemotiveerde vervangboeren staat dan klaar om jou als ondernemer te helpen.’

TP: ‘Hoe werkt dit systeem dan precies?’

Jonathan: ‘Er zijn twee soorten hulp, namelijk de sociale hulp tegen verminderd tarief (vervanging bij afwezigheid door ziekte of vakantie) en flexhulp wat meer dient om arbeidspieken op te vangen. Zodra ik weet dat ik hulp nodig heb om een van voorgaande redenen, dan meld ik dit en doet de werkplanner zijn uiterste best om aan mijn wensen tegemoet te komen. Het is een voordeel om op een min of meer regelmatige basis hulp van ‘Werkers’ te vragen want zo kennen zij jouw bedrijf en kan je als bedrijfsleider met een gerust gemoed je bedrijf aan hen overlaten bij afwezigheid.’

TP: ‘Je ziet dat meer en meer melkveehouders overschakelen op robots. Is dit iets wat ook bij jou speelt?’

Jonathan: ‘Ik ben eerlijk gezegd al even aan het dromen van melkrobots, maar het kostenplaatje en de implementatie in de bestaande stal zijn niet vanzelfsprekend. Ik heb in het verleden wel al verschillende kleinere investeringen gedaan om fysieke arbeid op het bedrijf te beperken. Dan denk ik vooral aan de stroblazer die achterop de mengwagen gemonteerd is, zodat we eenvoudig het jongvee en de droge koeien in de strohokken kunnen instrooien. Of een semiautomatisch pootbad met bijhorend hekwerk. Zo kunnen we bij de koeien op een eenvoudige manier regelmatig de klauwen ontsmetten, ter voorkoming van problemen met Mortellaro. Andere stalhulpjes zijn een omgebouwde grasmaaier om de roosters proper te maken, een strooier om een mengeling van vlaslemen en ontsmettend poeder in de ligboxen te strooien en ook een melkmixer op wielen om vlot de kalveren van poedermelk te voorzien.’

Koecomfort

Jonathan: ‘We kiezen ervoor om de koeien slechts beperkt te beweiden, door ze slechts enkele uurtjes speeltijd op het gras te geven. Maar je ondervindt onmiddellijk de negatieve effecten, zoals daling van de voerefficiëntie en het gehalte van de melk bij het beweiden. De belangrijkste redenen om toch nog de koeien buiten te laten is – naast het imago van de sector – het koecomfort. Onze koeien zitten in een traditionele ligboxenstal van meer dan 20 jaar oud die ondertussen ook al niet meer het maximale koecomfort biedt. Het kan altijd beter, maar dat vraagt weer tijd en investeringen. Neem nu de hoge temperaturen van de voorbije zomers. Toen heb ik, naast de installatie van ventilatoren in de stal, op het dak ook sproeiers geïnstalleerd die over de hele dag ongeveer vijf keer een twintigtal minuten alles volledig benevelden waardoor de temperatuur met circa 3 tot 4 graden daalde. Een geïsoleerd dak zou ook helpen, maar het is wel een zeer grote investering. Ik probeer steeds met kleine ingrepen vooruitgang te boeken zonder grote investeringen te doen.’

Je bent wat je eet

TP: ‘Je doet veel van je rantsoen in eigen beheer?’

Jonathan: ‘Ja, we werken met enkelvoudige grondstoffen, in samenwerking met een ‘reizende molen’. Dit is een bedrijf van iemand die ongeveer één keer per maand bij ons ter plaatse een mengeling met de granen komt aanmaken. De granen stockeren we bij hem en hij plet deze om ze vervolgens te mengen met soja en mineralen. Nadien blazen we dit mengsel in de silo en kunnen we dagelijks de benodigde hoeveelheid in de mengwagen doen.’

‘We hebben de afgelopen dagen ook met man en macht een krachtvoerkuil aangelegd met MKS, bierdraf en perspulp als bestanddelen. Het zijn heel drukke dagen om alles rond te krijgen, maar je krijgt hiervoor een jaar rust. Normaal zit je met drie aparte kuilen terwijl je net door deze bestanddelen samen in één kuil te stockeren minder kuilverliezen hebt en minder opslagruimte nodig hebt. Je moet vooraf wel goed nadenken over de verhoudingen want die kan je niet meer wijzigen. Dit systeem passen wij ook al tientallen jaren toe met het voordrooggras en de maïs. In het voorjaar vullen we de kuil voor de helft met de eerste snede van het weidegras en het raaigras die we nog laten volgen door maïs. In het najaar vullen we de kuil met hakselmaïs bij. Hierdoor hebben we in onze graskuil ook nooit last van broei. Wanneer de verhouding niet volledig naar wens is, vullen we aan met voordroogpakken.’

TP: ‘Hebben jullie naast het melkvee nog andere activiteiten op de boerderij?’

Jonathan: ‘Naast melkvee hebben we ook nog akkerbouw. We hebben de traditionele granen, suikerbieten en laten ook andere boeren aardappelen en spruiten zetten op onze akkers onder cultuurcontract om zo de vruchtbaarheid van onze grond en de teeltrotatie te optimaliseren. Bij de granen zet ik bijvoorbeeld al enkele jaren spelt. In eerste instantie voor eigen gebruik. Als de spelt echt heel duur staat en er is een goedkoper alternatief dan durf ik wel te verkopen. De veldwerkzaamheden doen we voor een groot deel zelf, maar voor het transport van drijfmest naar iets verder gelegen percelen vraag ik de loonwerker. En ook het planten van de bieten en alle oogstwerkzaamheden gebeuren door loonwerkers. Verder hebben we ook maïs. Momenteel is dit onze grootste teelt. De maïs wordt hoofdzakelijk gehakseld om samen met de voordroog de basis van het rantsoen te vormen. De overige hectaren maïs oogst ik deels als MKS, om zo een deel krachtvoer uit te sparen. Het restant wordt als korrelmaïs geleverd aan een handelaar. Perspulp neem ik terug van de fabriek waar de eigen suikerbieten naartoe gaan en de draf komt van een regionale brouwerij. Zo doen we aan circulaire landbouw. Hier hecht ik ook wel waarde aan. Als het kan dan zal ik zeker meewerken om mijn steentje bij te dragen om duurzamer te telen, net zoals bij mijn koeien.’

‘Het duurzaam telen trek je dus ook door naar je koeien?’

Jonathan: ‘Zeker en vast. Ik had een droom om tot een moderne dubbeldoel-koe te komen. We zijn vertrokken vanuit onze zwartbonte Holstein-veestapel en door het inkruisen met Fleckvieh krijgen we een sterke koe die zowel melk als kwalitatief vlees voortbrengt. We gaan voor een echte tweewegkruising Fleckvieh-Holstein om zo op een duurzame manier melk en vlees te produceren. Waarbij we kwalitatief vlees hebben als restproduct van de melkproductie. Dit is volgens mij het duurzaamste vlees.’

‘Voor het versnijden en verkopen werk ik momenteel samen met mijn neef die van opleiding slager is. Ik lever hem ongeveer tien koeien per jaar. Hij verkoopt het vlees dan in zijn kraam op het groentebedrijf van zijn ouders en broer. Zij hebben een hoevewinkel, ‘Seizoensmaak’ in Londerzeel. Zelf kweken ze bij hen naast groenten ook varkens en kippen. Naast hun hoevewinkel verkopen ze ook op boerenmarkten en via een webshop en diverse korteketen- projecten.’

TP: ‘Hoe ervaar jij als veehouder de kritiek op de landbouwsector?’

Jonathan: ‘Je hart ligt in de landbouw als je boert met passie. Uiteraard koppel je op termijn je portemonnee eraan omdat je wilt zorgen dat alles beter en beter gaat worden. Maar de regelgeving wordt zo absurd. Ik heb bijvoorbeeld naast mijn bedrijf een ven- gebied liggen. Daar zitten de vrienden van natuurpunt. Op dit moment kijken ze er nog niet naar, maar hoelang gaat het nog duren vooraleer ze dat wel gaan doen? Met de huidige stikstofwetgeving kan je als boer niet meer dromen. Je krijgt enkel nog teleurstellingen.’

Agrobashing

Jonathan: ‘Je leest als landbouwer vaak berichten op sociale media. Hoe meer je ernaar kijkt, hoe onnozeler je ervan wordt. Je ziet vooral ook dat er veel gebrek aan kennis is bij veel mensen die op het onderwerp reageren. Mensen vergeten dat veel restproducten van de industrie worden herwerkt via onze koeien. We zitten in een dichtbevolkte omgeving waar het toch fantastisch is dat je producten van hoge waarde kan aanbieden aan de consumenten?’

TP: ‘Heb jij vanuit het landbouwperspectief nog veel vertrouwen in de overheid?’

Jonathan: ‘Eerlijk gezegd niet veel meer. Vanuit de maatschappij is er een kleine groep die heel luid roept en de politiek luistert daar hard naar. De tegenbeweging zal evenveel lawaai moeten maken want op termijn zal de kleine groep de boeren omverblazen. Dit schept veel onrust in onze sector waardoor het vertrouwen in de politiek op een laag pitje staat bij heel veel boeren. Je kan ze ook geen ongelijk geven.’